ECLI:NL:HR:1999:AA2771
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Zuurmond
- P. Pos
- A. Beukenhorst
- M. Kop
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen uitspraak Gerechtshof inzake naheffingsaanslag loonbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd aan de vennootschap onder firma X v.o.f. te Z. De naheffingsaanslag, die oorspronkelijk was vastgesteld op ƒ 2.961,--, werd na bezwaar door de Inspecteur verlaagd tot ƒ 1.029,-- en vervolgens ambtshalve tot ƒ 818,--. Het Hof heeft de uitspraak van de Inspecteur en de naheffingsaanslag vernietigd, wat leidde tot het cassatieberoep van de Staatssecretaris.
De Hoge Raad heeft in cassatie vastgesteld dat belanghebbende, de vennootschap onder firma, bestratingswerkzaamheden verrichtte in opdracht van derden, voornamelijk in de provincies T en U. Een van de werknemers van belanghebbende werkte in 1994 op 141 dagen in of nabij Q en op 11 dagen in R. De Hoge Raad oordeelt dat de werkzaamheden van de werknemer in verschillende straten of wijken in Q niet voldoende zijn om deze gemeente als arbeidsplaats aan te merken in de zin van de relevante belastingbepalingen. Het Hof had terecht geoordeeld dat de straat waarin de werknemer zijn arbeid verrichtte als arbeidsplaats moet worden aangemerkt.
De Hoge Raad verwerpt het beroep van de Staatssecretaris en oordeelt dat er geen termen zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is op 16 juni 1999 gedaan door de vice-president Stoffer en de raadsheren Zuurmond, Pos, Beukenhorst en Kop, in aanwezigheid van de waarnemend griffier Fehmers. Tevens wordt er een griffierecht van ƒ 340,-- geheven, waarvan een bedrag van ƒ 150,-- al is betaald bij het Hof, waardoor nog ƒ 190,-- resteert te betalen.