ECLI:NL:HR:1999:AA2762
Hoge Raad
- Cassatie
- A. van Brunschot
- J. Hammerstein
- M. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 27 mei 1998, betreffende een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting. De naheffingsaanslag was opgelegd voor het motorrijtuig met kenteken 11-00-AA, over het tijdvak van 25 januari 1996 tot en met 24 april 1996. De aanslag bedroeg f 266,-- aan enkelvoudige belasting en f 50,-- aan verhoging. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafde de Inspecteur de aanslag. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur vernietigde en de naheffingsaanslag verminderde tot f 266,-- zonder verhoging. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.
Belanghebbende heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën heeft het cassatieberoep bestreden in een vertoogschrift. De Hoge Raad heeft het middel van cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat het middel niet tot cassatie kan leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, aangezien het middel geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten beoordeeld en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is vastgesteld op 12 mei 1999 door de raadsheer A. van Brunschot als voorzitter, en de raadsheren J. Hammerstein en M. Lourens, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff, en op die datum openbaar uitgesproken.