ECLI:NL:HR:1999:AA2758
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Zuurmond
- C. Fleers
- A. Monné
- M. Beukenhorst
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting en de voortzetting van de onderneming
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 29 juli 1997. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting van ƒ 28.080,-- die aan belanghebbende is opgelegd naar aanleiding van de verkrijging van een onroerende zaak. Na bezwaar tegen deze aanslag heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, wat leidde tot het cassatieberoep van belanghebbende.
In cassatie heeft belanghebbende een middel aangevoerd. De Staatssecretaris van Financiën heeft hierop een vertoogschrift ingediend. Het Hof oordeelde dat de afstoting van de melkveesector, kort voor de verkoop van de onderneming aan belanghebbende, nauw verband hield met deze verkoop. Dit oordeel, dat feitelijk van aard is, kan in cassatie niet op zijn juistheid worden onderzocht. Het Hof heeft terecht geconcludeerd dat de onderneming van de vader niet door belanghebbende in haar geheel is voortgezet, ongeacht de stelling van belanghebbende dat de melkveesector ook zou zijn afgestoten als de onderneming niet was verkocht.
De Hoge Raad heeft de middelen van belanghebbende verworpen en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad is op 12 mei 1999 vastgesteld door vice-president A. Stoffer en de raadsheren J. Zuurmond, C. Fleers, A. Monné en M. Beukenhorst, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier De Bruin, en op die datum in het openbaar uitgesproken.