ECLI:NL:HR:1999:AA2752
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Zuurmond
- M. Pos
- Rechtspraak.nl
Cassatie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn inzake onroerendezaakbelastingen voor het jaar 1996
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 23 juni 1998. De zaak betreft de onroerendezaakbelastingen die aan belanghebbende zijn opgelegd voor het jaar 1996. De belanghebbende ontving een aanslag op basis van een heffingsgrondslag van f 160.000,--, maar na bezwaar werd deze verminderd tot f 149.000,--. Vervolgens heeft het Hof de aanslagen verder verminderd tot een heffingsgrondslag van f 112.000,--. Het college van burgemeester en wethouders heeft hiertegen cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft in deze zaak de beoordeling van het middel uitgevoerd. Het middel kon echter niet tot cassatie leiden, omdat het niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, zoals bepaald in artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Dit betekent dat de Hoge Raad geen verdere motivering nodig achtte voor de afwijzing van het cassatieberoep.
Daarnaast heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. De beslissing van de Hoge Raad was om het beroep te verwerpen. Dit arrest is op 12 mei 1999 vastgesteld door vice-president A. Stoffer, samen met de raadsheren J. Zuurmond en M. Pos, en is in het openbaar uitgesproken. Tevens is er een recht geheven van f 340,-- van het college van burgemeester en wethouders voor het ingestelde beroep in cassatie.