ECLI:NL:HR:1999:AA2735

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 april 1999
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
34280
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A. Stoffer
  • J. Zuurmond
  • F. Fleers
  • M. Beukenhorst
  • A. Monné
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen naheffingsaanslag overdrachtsbelasting opgelegd aan coöperatie

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de coöperatie X B.A. te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, gedateerd 10 maart 1998, betreffende een naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting. De naheffingsaanslag, die betrekking had op de verkrijging van een onroerende zaak, was opgelegd ter hoogte van f 81.711,--. Na bezwaar van de belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna de coöperatie in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, wat leidde tot het cassatieberoep.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het Hof op goede gronden een juiste beslissing heeft gegeven. De Hoge Raad oordeelde dat de vaststelling van de naheffingsaanslag door het Hof, die berustte op een kennelijke vergissing, niet tot een andere conclusie leidde. De argumenten van de coöperatie in het cassatieberoep faalden, en de Hoge Raad oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is op 21 april 1999 vastgesteld door vice-president A. Stoffer als voorzitter, samen met de raadsheren J. Zuurmond, F. Fleers, M. Beukenhorst en A. Monné, in aanwezigheid van waarnemend griffier Bolle, en is op die datum in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

gewezen op het beroep in cassatie van de coöperatie X B.A. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 10 maart 1998 betreffende na te melden aan haar opgelegde naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting.
1. Naheffingsaanslag, bezwaar en geding voor het Hof Aan belanghebbende is terzake van de verkrijging van een onroerende zaak een naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting opgelegd ten bedrage van f 81.711,--, zonder verhoging - 's Hofs vaststelling dat de voormelde naheffingsaanslag is gehandhaafd op f 81.877,-- aan belasting berust op een kennelijke vergissing - welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd. Belanghebbende is van de uitspraak van de Inspecteur in beroep gekomen bij het Hof. Het Hof heeft die uitspraak bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Staatssecretaris van Financiën heeft een vertoogschrift ingediend.
3. Beoordeling van het middel Het Hof heeft, uitgaande van de aan hem voorbehouden uitleg van de bepalingen in de notariële akten van 5 oktober 1994 en 8 juli 1996, op goede gronden een juiste beslissing gegeven. Het middel faalt derhalve.
4. Proceskosten De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
5. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is op 21 april 1999 vastgesteld door de vice-president Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Zuurmond, Fleers, Beukenhorst en Monné, in tegen- woordigheid van de waarnemend griffier Bolle, en op die datum in het openbaar uitgesproken.