ECLI:NL:HR:1999:AA2693
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Fleers
- P. Pos
- M. Monné
- H. Beukenhorst
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en reiskostenvergoeding in het kader van een fusie
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 19 maart 1998, betreffende de aan hem opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1995. De aanslag was opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 123.477,--. Na bezwaar tegen de aanslag, heeft de Inspecteur deze gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur.
Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld. In het cassatiegeding is aan de orde gekomen dat belanghebbende op grond van een Sociaal Plan, in het kader van een fusie van zijn werkgever, een reiskostenvergoeding had ontvangen. De werkgever had in een brief van 15 mei 1995 aangegeven dat de afspraken uit het Sociaal Plan met ingang van 1 juni 1995 op een andere manier zouden worden nagekomen. Dit leidde tot een eenmalige uitbetaling ter compensatie van het verschil tussen de twee regelingen.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof onterecht heeft geoordeeld dat de betaling van de som ineens als een extra reiskostenvergoeding moet worden gezien. Dit oordeel was niet voldoende gemotiveerd. Het eerste middel van belanghebbende is gegrond, waardoor de uitspraak van het Hof niet in stand kan blijven. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling.
Daarnaast wordt de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van het geding in cassatie, vastgesteld op f 1420,-- voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, en dient hij het griffierecht van f 315,-- aan belanghebbende te vergoeden. Dit arrest is op 3 maart 1999 vastgesteld door de vice-president Stoffer en de raadsheren Fleers, Pos, Monné en Beukenhorst, en openbaar uitgesproken.