ECLI:NL:HR:1999:AA2677
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- A. van Brunschot
- M. van Vliet
- W. Hammerstein
- J. van Amersfoort
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de stichting X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam inzake vennootschapsbelasting en heffingsrente
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de stichting X tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die op 11 maart 1997 werd gedaan. De stichting had een aanslag in de vennootschapsbelasting ontvangen voor het jaar 1993, waarbij een belastbaar bedrag van f 191.053,-- was vastgesteld. Tevens was er een beschikking inzake heffingsrente opgelegd van f 1.251,--. Na bezwaar tegen deze aanslag en beschikking, handhaafde de Inspecteur zijn eerdere beslissing. De stichting X ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde.
De stichting X heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. In het cassatieberoep werd door de Staatssecretaris van Financiën verweer gevoerd. Het Hof had geoordeeld dat de stichting X terecht heffingsrente was opgelegd, omdat zij de juiste gegevens niet duidelijk genoeg in de aangifte had vermeld. Dit leidde tot de conclusie dat de Inspecteur niet in staat was om de onbelaste activiteiten van de stichting correct te beoordelen zonder nader onderzoek.
De Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het Hof niet onbegrijpelijk was en dat de stichting X niet met vrucht kon aanvoeren dat de heffingsrente onterecht was opgelegd. De overige middelen van cassatie konden eveneens niet leiden tot een andere uitkomst. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verwierp het beroep van de stichting X. Dit arrest werd op 10 februari 1999 vastgesteld en openbaar uitgesproken.