4.2.Deze bewezenverklaring berust op de volgende bewijsmiddelen
1. De verklaring van de verdachte
a. De verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg van 16 februari 1995 verklaard – zakelijk weergegeven-:
In 1987 – 1988 heb ik gewerkt voor [betrokkene 1] .
In 1989 ben ik getrouwd met [betrokkene 2] .
Sinds 1991 ben ik directeur van [D] .
[betrokkene 3] werkte ook bij [D] . [betrokkene 3] heb ik via zijn zus [betrokkene 4] leren kennen.
[D] en [B] B.V. waren één.
[B] B.V. is voortgekomen uit [B] B.V. dat van [betrokkene 5] was.
[betrokkene 8] heb ik rond 1990 leren kennen via [betrokkene 1] . Op 1 januari 1991 ben ik directeur geworden van [B] B.V. [B] is eind 1991 verhuisd van de [a-straat] te [plaats] naar de [b-straat] te [plaats] .
Rond 1990 heb ik [betrokkene 7] leren kennen op het kantoor van [B] BV.
[betrokkene 8] , die ook wel [betrokkene 8] of [betrokkene 8] genoemd wordt, [betrokkene 2] , [betrokkene 8] ’s vrouw en ik waren de aandeelhouders van [B] B.V. Ik had 40 aandelen van [B] B.V. Het aandelenpakket is in 1991 uitgebreid. [E] heeft een grote hoeveelheid aandelen van [B] gekocht.
In 1991 of daaromtrent heb ik wel eens met de advocaat [betrokkene 9] gesproken over de uitbreiding van het aandelenpakket van [B] B.V.
Op een gegeven moment werd [betrokkene 10] als accountant aangesteld.
[betrokkene 11] ken ik wel. Als ik wat verdiende, kreeg [betrokkene 11] ook wat.
[betrokkene 8] hield de papieren bij. Hij kreeg van mij geen loon, hij kreeg een vergoeding voor de benzine e.d. Ik vertrouwde hem wel.
[betrokkene 4] werkte bij ons.
In 1992 werd [betrokkene 12] de secretaresse van [betrokkene 8] .
[betrokkene 13] ken ik ook zakelijk. Ik heb met hem gesproken over transporten voor het buitenland. Ik heb hem via [betrokkene 14] , die ik al veel langer kende, leren kennen. Het is goed mogelijk dat [F] . het bedrijf van [betrokkene 14] , [betrokkene 15] en [betrokkene 13] is.
In 1991 heb ik met [G] en [betrokkene 32] gehandeld in Suriname. Op een gegeven moment kreeg [B] een eigen vestiging in Suriname. [betrokkene 16] werd daarvoor aangetrokken.
[betrokkene 17] van [E] ken ik ook van zaken. [betrokkene 17] heeft veel gedaan voor de houthandel vanuit Suriname. [betrokkene 18] van [H] is ook met hout bezig geweest.
[betrokkene 18] was aangesloten bij dan wel in dienst van [betrokkene 17] . Hij deed mee aan zakelijke besprekingen.
[betrokkene 19] ken ik al zo lang.
In de zomer van 1992 heb ik [betrokkene 20] en [betrokkene 21] leren kennen. [betrokkene 8] kende hen al langer. Zij zaten in van alles. We zaten allemaal in het hout. [betrokkene 20] en [betrokkene 21] waren altijd bij elkaar.
In 1992 heb ik [betrokkene 22] , de zus van [betrokkene 4] leren kennen. Zij heeft in 1993 gewerkt bij [I] .
In 1992 ben ik in de handel van zonnebanken gegaan met [betrokkene 21] . [betrokkene 21] had een bedrijf aan de [c-straat] .
Ik zag er handel in en heb dat spul naar me toegetrokken en [betrokkene 21] is toen meegegaan naar de [d-straat] .
Mijn vrouw [betrokkene 2] is eigenaar van [J] aan de [d-straat] te [plaats] . Zij deed de administratie van dit bedrijf. In het begin deed zij dit samen met [betrokkene 8] . Ze maakte de kasboeken op voor [J] . [betrokkene 23] heeft de boekhouding gedaan van [J] . [betrokkene 20] heeft bij mij gewerkt en stond op de loonlijst bij [K] / [J] aan de [d-straat] .
[betrokkene 4] werkte boven. [betrokkene 3] bracht weleens zonnebanken weg. [betrokkene 21] is alleen directeur geweest van [K] .
Ik wist dat [betrokkene 22] een bedrijfje had in [plaats] . Ik heb [betrokkene 22] in opdracht van [betrokkene 14] f 15.000,- geleend om dat bedrijfje in [plaats] te kopen, want [betrokkene 15] , [betrokkene 14] en [betrokkene 13] hadden handel in meubels etc. voor haar. [betrokkene 14] is regelmatig bij [B] geweest.
Ik doe al jaren zaken met de Mercedeshandelaar [betrokkene 24] .
[betrokkene 25] ken ik vanaf 1986. [betrokkene 25] zat sinds 1983 in de hash-handel. Ik heb [betrokkene 25] in een shoppie in [plaats] leren kennen.
In maart 1991 is [betrokkene 26] met [betrokkene 27] bij mij geweest. Ik heb in [plaats] een koffietent gehad. [betrokkene 25] was mijn leverancier van soft drugs. Ik ben in augustus 1991 in Marokko geweest. Ik ben regelmatig in Marokko geweest. In de periode 1991/1992 ben ik twee keer met [betrokkene 25] in Marokko geweest. [betrokkene 28] is een vriend van mij. [betrokkene 29] ken ik ook. [betrokkene 30] ken ik via [betrokkene 25] .
[betrokkene 26] ken ik vanaf begin 1991. Ik heb hem via [betrokkene 27] leren kennen.
Hij vroeg mij f 30.000,= te leen. Ik heb toen de bank betaald. [betrokkene 26] zou mij binnen een paar maanden het geld terugbetalen. [betrokkene 25] weet dit ook.
[betrokkene 3] heeft voor mij twee auto’s naar Spanje gebracht.
Hij heeft in opdracht van mij een Mitsubishi naar Spanje gebracht. Hij heeft niet direct iets gekregen voor het transport van die Mitsubishi. Ik heb een auto voor hem gekocht van f 29.000,=.
Ik heb vóór 17 januari 1992 opdracht en instructies aan [betrokkene 3] gegeven om de Renault Fuego naar Spanje te brengen. [betrokkene 3] moest naar Ceuta. Hij heeft die auto in mijn opdracht aangeschaft.
Ik heb tegen [betrokkene 8] gezegd dat hij een auto moest kopen. Ik heb [betrokkene 3] geld voor de reis gegeven, dan wel heeft [betrokkene 8] dit voor mij gedaan. Het ging altijd om mijn geld.
U houdt mij voor dat de Mitsubishi in de periode van 16 of 17 november naar Spanje is gebracht. Dit ging allemaal op dezelfde manier als met de Renault Fuego. Ik heb ook hier instructies gegeven om de auto aan te schaffen en heb vervolgens [betrokkene 3] met die auto naar Ceuta gestuurd. [betrokkene 3] moest de auto afleveren aan [betrokkene 26] . Dit is ook gebeurd. Ik heb [betrokkene 3] geld gegeven voor onderweg.
Ik heb [betrokkene 26] een kopie van het paspoort van [betrokkene 3] gegeven. [betrokkene 26] woont in Marokko.
Met betrekking tot zaak 10.
Het was een camper van mij die naar Parijs is gegaan.
Met betrekking tot zaak 14.
[betrokkene 13] , [betrokkene 15] en [betrokkene 14] zie ik als één.
Ik stelde [betrokkene 14] aansprakelijk voor de aan [betrokkene 22] geleende f 15.000,=.
Het is goed mogelijk dat [betrokkene 22] ‘’ [betrokkene 22] ’’ wordt genoemd.
Ik heb een vrachtwagen gekocht. [betrokkene 13] heeft hem opgehaald bij [B] . Tevoren heb ik de vrachtwagen samen met [betrokkene 12] opgehaald.
[betrokkene 8] heeft de verzekering geregeld voor de tijd van drie dagen met betrekking tot de vrachtwagen.
Ze wilden spullen naar Nederland importeren via het bedrijf van [betrokkene 22] .
c. De verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg van 21 februari 1995 verklaard – zakelijk weergegeven – :
Met betrekking tot zaak 45.
Het klopt dat de politie op 16 mei 1994 in mijn woning aan de [e-straat 1] te [plaats] een schietwapen, merk Star Fire, kaliber .9 mm met daarbij behorende munitie, te weten 6 kogelpatronen, heeft aangetroffen en in beslag genomen. U vraagt mij waarom ik dit wapen had. Ik heb vast gezeten. Vanaf die tijd voel ik mij niet meer veilig.
Het klopt dat een houder met munitie, kaliber .9 mm, is aangetroffen. De houder behoorde bij het pistool merk FN.
Ik heb eveneens in mijn woning een nabootsing van een schietwapen, JS Combat Commander MK 4, aanwezig gehad.
2. Het ambtsedig proces-verbaal d.d. 17 mei 1991, kenmerk P.V.O. 889/91 (als bijlage B gevoegd bij bijlage 1/AH/1 van proces-verbaal nr 1/1994 van regiopolitie Rotterdam-Rijnmond), opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 1] , ambtenaar van de Belastingdienst bevoegd inzake de invoerrechten en accijnzen te Rotterdam, tevens speurhondgeleider. Het houdt onder meer in – zakelijk weergegeven – :
als relaas van de verbalisant:
Op 16 mei 1991 bevond ik mij op het haventerrein van het stuwadoorsbedrijf [L] B.V., gelegen aan de [f-straat] binnen de gemeente Rotterdam, ter controle van een partij hout. Deze partij hout, zijnde gezaagde palen in twintig bundels, was die dag gelost van het motorschip [A] . Genoemd schip was op 15 mei 1991 Nederland vanuit zee binnengekomen, had ligplaats gekozen langszij voornoemd terrein en was aldaar ingeklaard.
Ik heb de aan mijn zorgen toevertrouwde speurhond Banco zoekend rond de bundels hout geleid. Hierbij reageerde de hond positief bij twee bundels hout genummerd 5 en 6 met witte verf. Nader onderzoek van deze twee bundels toonde aan, dat er zich in het midden van de bundels hout een ruimte bevond waarin een plastic kist was gemaakt, inhoudende pakketten, welke met plastic en plakband waren omwonden. Uit de bundel gemerkt nummer 5 heb ik een dergelijk pakket als monster inbeslaggenomen.
De inhoud van dit pakket was een witte substantie, welke positief op de Narco Disposakit nummer 4 reageerde.
Het betrof hier vermoedelijk cocaïne als bedoeld in de Opiumwet. Ik heb de bundels weer in de oude staat gebracht. De bundels en het door mij inbeslaggenomen pakket zijn door mij voor een nader in te stellen onderzoek overgedragen aan de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst afdeling Douane Recherche regio Rotterdam.
3. Een geschrift, zijnde het ambtsedig proces-verbaal d.d. 18 mei 1991, nr 91.022, als bijlage AF gevoegd bij proces-verbaal nr 102B/1991 (bijlage 1/AH/3 gevoegd bij het proces-verbaal nr 1/1994 van de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond), opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 2] , ambtenaar van de Belastingdienst, werkzaam bij de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst. Het houdt onder meer in – zakelijk weergegeven – :
als relaas van de verbalisant met betrekking tot de bevindingen van verbalisanten wier identiteit niet blijkt:
Naar aanleiding van het gerelateerde in het proces-verbaal met nummer P.V.O. 889/91 heb ik op 17 mei 1991, met de observanten met de codenummers 1.01, 1.02, 1.03, 1.04, 1.06, 2.01, 2.02, 2.03, 2.05 en 2.06, ambtenaren van de Belastingdienst, werkzaam bij de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst, een onderzoek ingesteld naar het vervoer van 20 bundels gezaagd hout. Om 13.15 uur werd door de observanten 1.02 en 1.06 waargenomen dat de hiervoor genoemde bundels hout uit de loods van [L] , expeditie en stuwadoors maatschappij, gelegen aan de [f-straat] binnen de gemeente Rotterdam, werden gereden en dat deze bundels geladen werden op een trailer met daarvoor een truck met het kenteken [kenteken 1] . Om 14.20 uur waren de 20 bundels op de trailer geladen en werd de lading door de chauffeur vastgebonden.
Om 15.00 uur werd door de observanten 1.01, 1.02, 1.03, 1.04 en 1.06 waargenomen dat de truck met de trailer het terrein van [L] verliet. De truck met trailer reed via de A 16 naar een terrein gelegen aan de [g-straat] binnen de gemeente Breda. Om 18.00 uur werd de truck met trailer op het voornoemde terrein geparkeerd. Aldaar werden uit bundels hout pakketten gehaald en onder andere in een loods en groene Opel Kadett [kenteken 2] gezet.
4. Het ambtsedig proces-verbaal d.d. 20 mei 1991, nr 102/1991 (als bijlage 1/AH/1 gevoegd bij het proces-verbaal nr 1/1994 van regiopolitie Rotterdam-Rijnmond), opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 3] , brigadier-rechercheur van gemeentepolitie Rotterdam, en een andere bevoegde opsporingsambtenaar. Het houdt onder meer in – zakelijk weergegeven – :
als relaas van de verbalisanten:
Op woensdag 15 mei 1991 is binnengekomen het motorschip ‘ [A] ’ welke werd afgemeerd langs het haventerrein van [L] aan de [f-straat] te Rotterdam. Aan boord van het schip bevond zich onder andere een lading van 20 bundels gezaagd hout.
Op 16 mei 1991 werd door [verbalisant 1] met zijn speurhond een onderzoek ingesteld. Vanuit de ruimte in het midden van de bundel hout nummer 5 werd als monster een pakket in beslaggenomen. Het inbeslaggenomen monster wed gemerkt G1 en bleek na weging 1055 gram zwaar te zijn.
Op 17 mei 1991 werd waargenomen dat alle bundels hout werden geladen op een oplegger, waarvan staat gekoppeld een trekker met kenteken [kenteken 3] . Alle 20 bundels hout werden gelost op het terrein aan de [g-straat] 16 te Breda. Op dit terrein waren 5 personen aanwezig. Daar het vermoeden rees dat verdachten de partij aan het uitsplitsen waren, werd op 17 mei 1991 te 19.40 uur tot aanhouding van verdachten overgegaan.
Aangehouden werden onder andere [betrokkene 31] en [betrokkene 1] . Op het terrein, in de opstallen en voertuigen op het adres [g-straat] 16 te Breda werd onder andere inbeslaggenomen:
Vanuit een trekker, genoemd B:
- een plunjezak, legermateriaal, gemerkt 16B.1, inhoudende 52 pakken cocaïne, met een totaal gewicht van 55.355 gram.
Vanuit de personenauto, merk Opel Kadett, kenteken [kenteken 4] , genoemd C:
- zwarte kunststof zak, gemerkt 16C.1, inhoudende 12 pakken cocaïne, gemerkt 16C.1.1 t/m 16C.1.12 met een totaal gewicht van 12.860 gram;
- een plunjezak, legermateriaal, gemerkt 16C.2, inhoudende 44 pakken cocaïne, gemerkt 16C.2.1 t/m 16C.2.44 met een totaal gewicht van 46.473 gram;
- een kartonnen doos, gemerkt 16C.3, inhoudende 24 pakken cocaïne, gemerkt 16C.3.1 t/m 16C.3.24 met een totaal gewicht van 25.502 gram;
- een plunjezak, legermateriaal, gemerkt 16C.4, inhoudende 7 pakken cocaïne, gemerkt 16C.4.1 t/m 16.4.7, met een totaal gewicht van 7.356 gram;
- zwarte kunststof zak, gemerkt 16C.5, inhoudende 34 pakken cocaïne, gemerkt 16C.5.1 t/m 16C.5.34, met een totaal gewicht van 36.201 gram.
Aangetroffen op het terrein:
- een plunjezak, legermateriaal, gemerkt 16D.1, inhoudende 48 pakken cocaïne, gemerkt 16D.1.1 t/m 16D.1.48, met een totaal gewicht van 50.318 gram;
- een plunjezak, legermateriaal, gemerkt 16E.1, inhoudende 30 pakken cocaïne, gemerkt 16E.1.30, met een totaal gewicht van 31.675 gram.
Vanuit de Romyloods, genoemd F:
- een plunjezak, legermateriaal, gemerkt 16F.2, inhoudende 40 pakken cocaïne, gemerkt 16F.2.1, met een totaal gewicht van 42.354 gram;
- twee pakken cocaïne, gemerkt 16F.3.1 en 16F.3.2, respectievelijk met een gewicht van 1076 gram en 1061 gram;
- een plunjezak, legermateriaal, gemerkt 16F.4, inhoudende 44 pakken cocaïne, gemerkt 16F.4.1 t/m 16F.4.44.
Totaal werd aan cocaïne in beslag genomen ongeveer 357,5 kilogram.
5. Het ambtsedig proces-verbaal d.d. 20 mei 1991, nr. 102/1991 (als bijlage G gevoegd bij bijlage 1/AH/1 van proces-verbaal nr 1/1994 van regiopolitie Rotterdam-Rijnmond), opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 4] , hoofdagent-rechercheur van de gemeentepolitie te Rotterdam. Het houd onder meer in -zakelijk weergeven-:
als relaas van de verbalisant:
Op 18 en 19 mei 1991 stelde ik een onderzoek in naar:
1. de zeven inbeslaggenomen legerplunjezakken, gemerkt met de cijfer- en lettercombinatie: 16B.1, 16C.4, 16D.1, 16E.1, 16F.1, en 16F.4;
2. de twee inbeslaggenomen zwarte van kunststof gevlochten zakken, gemerkt met de cijfer- en lettercombinatie 16C.1 en 16C.5;
3. de inbeslaggenomen kartonnen doos, gemerkt met de cijfer- en lettercombinatie 16C.3;
4. de twee inbeslaggenomen pakketten met daarin vermoedelijk cocaïne, gemerkt 16F.3.1 en 16F.3.2.;
5. het door de Douane te Rotterdam aangetroffen en inbeslaggenomen pakket met daarin vermoedelijk cocaïne gemerkt G1.
In de drie pakketten, gemerkt 16F.3.1, 16F.3.2, en G1, met daarin vermoedelijk cocaïne, werd door mij een monster genomen.
De legerplunjezak, gemerkt 16B.1, bevatte 52 pakketten met daarin vermoedelijk cocaïne. Vanuit die hoeveelheid werden door mij willekeurig 18 monsters genomen. De zwarte van kunststof gevlochten zak, gemerkt 16C.1, bevatte 12 pakketten met daarin vermoedelijk cocaïne. Vanuit die hoeveelheid werden door mij 12 monsters genomen. De legerplunjezak, gemerkt 16C.2, bevatte 44 pakketten met daarin vermoedelijk cocaïne. Vanuit die hoeveelheid werden door mij willekeurig 15 monsters genomen.
De kartonnen doos, gemerkt 16C.3, bevatte 24 pakketten met daarin vermoedelijk cocaïne. Vanuit die hoeveelheid werden door mij willekeurig 10 monsters genomen.
De legerplunjezak, gemerkt 16C.4, bevatte 7 pakketten met daarin vermoedelijk cocaïne. Vanuit die hoeveelheid werden door mij 7 monsters genomen.
De zwarte van kunststof gevlochten zak, gemerkt 16C.5, bevatte 34 pakketten met daarin vermoedelijk cocaïne.
Vanuit die hoeveelheid werden door mij willekeurig 15 monsters genomen.
De legerplunjezak, gemerkt 16D.1, bevatte 48 pakketten met daarin vermoedelijk cocaïne. Vanuit die hoeveelheid werden door mij willekeurig 20 monsters genomen.
De legerplunjezak, gemerkt 16E.1, bevatte 30 pakketten met daarin vermoedelijk cocaïne. Vanuit die hoeveelheid werden door mij willekeurig 16 monsters genomen.
De legerplunjezak, gemerkt 16F.2, bevatte 40 pakketten met daarin vermoedelijk cocaïne. Vanuit die hoeveelheid werden door mij willekeurig 16 monsters genomen.
De legerplunjezak, gemerkt 16F.4, bevatte 44 pakketten met daarin vermoedelijk cocaïne. Vanuit die hoeveelheid werden door mij willekeurig 17 monsters genomen.
De door mij getrokken monsters, voorzien van correspondentienummer 204/1991, werden ter beschikking gesteld van het Gerechtelijk Laboratorium te Rijswijk, voor onderzoek inzake de Opiumwet.
6. Het ambtsedig rapport d.d. 19 juni 1991, zaaknummer 91.05.23.055 (als bijlage gevoegd bij bijlage 1/AH/13 van proces-verbaal nr 1/1994 van de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond), van het Gerechtelijk Laboratorium, opgemaakt door de deskundige onder meer in -zakelijk weergegeven-:
Verdachte (n): [betrokkene 1]
Aanvrage van: Gemeentepolitie Rotterdam
Kenmerk: 204/1991
Verbalisant: [verbalisant 4] , hoofdagent-rechercheur.