ECLI:NL:HR:1998:ZC7052
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Zuurmond
- P. Pos
- A. Beukenhorst
- M. Monné
- Rechtspraak.nl
Waarde in het economisch verkeer van onroerende zaak met asbesthoudende materialen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 april 1998 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft de onroerend-goedbelastingen van de gemeente Het Bildt voor het jaar 1994, waarbij belanghebbende aanslagen had ontvangen op basis van de waarde van zijn onroerende zaak, gelegen aan de a-straat 1 te Z. De aanslagen waren opgelegd naar een heffingsgrondslag van f 270.000,--. Na bezwaar tegen deze aanslagen, handhaafden de Burgemeester en Wethouders (B en W) de aanslagen, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Gerechtshof te Leeuwarden. Dit Hof bevestigde de uitspraak van B en W, maar de Hoge Raad vernietigde deze uitspraak in een eerder arrest en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.
Het Gerechtshof te Amsterdam bevestigde vervolgens opnieuw de uitspraak van B en W. In cassatie heeft de Hoge Raad de oordelen van het Hof beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof voldoende aannemelijk had gemaakt dat de aanwezigheid van asbesthoudende materialen op 1 januari 1990 geen aanwijsbare waardedrukkende invloed had op de waarde van de onroerende zaak. Het Hof had geoordeeld dat de Inspecteur, die de bewijslast droeg, voldoende had aangetoond dat er in vergelijkbare omstandigheden veel kopers waren die geen waardedrukkende invloed aan de aanwezigheid van asbest toekenden. De Hoge Raad oordeelde dat deze oordelen berustten op de waardering van bewijsmiddelen door het Hof en dat deze niet met vrucht in cassatie konden worden bestreden.
De Hoge Raad heeft de proceskosten niet toegewezen, omdat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van belanghebbende verworpen, waarmee de eerdere uitspraken van de lagere rechters in stand zijn gebleven.