ECLI:NL:HR:1998:AE4717
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Zuurmond
- F. Fleers
- M. Beukenhorst
- A. Monné
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake aanslag inkomstenbelasting en afschrijving onroerende zaak
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 9 april 1997, betreffende de aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 1989. Aan belanghebbende was een aanslag opgelegd, die na bezwaar door de Inspecteur was verminderd tot een belastbaar inkomen van f 251.740. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde. Hierop heeft belanghebbende cassatie ingesteld en een middel van cassatie voorgesteld, waarop de Staatssecretaris van Financiën een vertoogschrift indiende.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat belanghebbende in het onderhavige jaar enig directeur was van A BV, waarbij hij 64,3 procent van het aandelenkapitaal bezat. De overige aandelen werden middellijk gehouden door zijn zoon. De Hoge Raad heeft de feiten in overweging genomen, waaronder de notariële akte van 15 juni 1989, waarin belanghebbende en zijn zoon de eigendom van een onroerende zaak verworven, onder de last van een 30-jarig recht van vruchtgebruik. De BV had ook dit recht van vruchtgebruik verworven.
Het Hof had geoordeeld dat belanghebbende bij de bepaling van zijn inkomen geen afschrijving op de onroerende zaak kon in mindering brengen, omdat het vermoeden bestond dat de onroerende zaak voor hem geen bron van inkomen vormde. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet onjuist had geoordeeld en dat belanghebbende niet had aangetoond dat de Inspecteur in vergelijkbare gevallen wel afschrijving had toegestaan. De Hoge Raad verwerpt het beroep van belanghebbende en oordeelt dat er geen termen zijn voor een veroordeling in de proceskosten.