ECLI:NL:HR:1998:AA8979
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Pos
- W. Beukenhorst
- M. Barendse
- Rechtspraak.nl
Cassatie over inhouding loonbelasting en premies volksverzekeringen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 7 mei 1997. De zaak betreft de inhouding van loonbelasting en premies volksverzekeringen over de maanden juli en augustus 1996, waarbij een bedrag van f 2.519,51 was ingehouden. De Inspecteur had het bezwaar van belanghebbende tegen deze inhouding afgewezen, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, waarop belanghebbende cassatie heeft ingesteld.
De Hoge Raad heeft het middel van cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat het middel niet kan leiden tot cassatie. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ook geen termen gezien voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is op 29 april 1998 vastgesteld door vice-president A. Stoffer als voorzitter, samen met de raadsheren J. Pos en W. Beukenhorst, in tegenwoordigheid van waarnemend griffier M. Barendse, en is op die datum in het openbaar uitgesproken.