ECLI:NL:HR:1998:AA2722
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- A. Bellaart
- C. de Moor
- J. van Brunschot
- M. van Vliet
- Rechtspraak.nl
Cassatie over afboeking bestemmingswijzigingswinst bij inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die op 11 december 1997 werd gedaan. De zaak betreft de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1994, waarbij aan belanghebbende een aanslag werd opgelegd op basis van een belastbaar inkomen van f 86.178,--. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafde de Inspecteur de aanslag, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur.
In cassatie heeft belanghebbende een middel van cassatie voorgesteld, waarbij de Staatssecretaris van Financiën het cassatieberoep bestreed. Het geschil in deze zaak betreft de vraag tot welk bedrag de bestemmingswijzigingswinst van f 9.960,--, behaald bij de verkoop van 996 m2 weidegrond in 1994, kan worden afgeboekt op de kostprijs van de in dat jaar aangekochte weidegrond van 5.54.25 ha. Belanghebbende stelde dat het volledige bedrag van f 9.960,-- kan worden afgeboekt, terwijl de Inspecteur slechts een afboeking van f 3.685,-- toestond.
Het Hof heeft vastgesteld dat het rendement van de gekochte grond gelijk is aan dat van de verkochte grond. Het Hof oordeelde dat het gedeelte dat méér is aangekocht dan 996 m2 een uitbreidingsinvestering is en niet kan worden aangemerkt als vervanging in de zin van artikel 14 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964. Het middel van belanghebbende faalde, en de Hoge Raad oordeelde dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de uitspraak van het Hof.