ECLI:NL:HR:1998:AA2458
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Urlings
- J. Zuurmond
- C. Fleers
- A. Pos
- M. Beukenhorst
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de aanslag in de inkomstenbelasting en de noodzakelijkheid van financiële ondersteuning aan ouders
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, die op 19 december 1996 werd gedaan met betrekking tot de aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 1989. De Inspecteur had een aanslag opgelegd op basis van een belastbaar inkomen van f 63.485,--. Belanghebbende maakte bezwaar tegen deze aanslag, maar de Inspecteur verklaarde hem niet-ontvankelijk in zijn bezwaar.
Belanghebbende ging in beroep bij het Gerechtshof te Leeuwarden, maar de uitspraak van dit Hof werd op 28 februari 1996 door de Hoge Raad vernietigd. De zaak werd vervolgens verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Het Hof vernietigde de uitspraak van de Inspecteur, verklaarde belanghebbende ontvankelijk in zijn bezwaar, maar handhaafde de aanslag.
In cassatie stelde belanghebbende dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat de financiële ondersteuning aan zijn ouders noodzakelijk was voor hun bestaan. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof geen onjuiste rechtsopvatting had gehanteerd en dat het oordeel van het Hof, dat de ondersteuning niet noodzakelijk was, niet in cassatie kon worden getoetst. Ook de klacht over de vermogensoverheveling werd verworpen, omdat dit oordeel niet de beslissing van het Hof droeg.
De Hoge Raad concludeerde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten en verwierp het beroep van belanghebbende. Dit arrest werd op 11 maart 1998 vastgesteld door de raadsheer Urlings als voorzitter, en de raadsheren Zuurmond, Fleers, Pos en Beukenhorst, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Reijngoud, en op die datum in het openbaar uitgesproken.