ECLI:NL:HR:1998:AA2441
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Zuurmond
- F. Fleers
- M. Beukenhorst
- H. Monné
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de aanslag inkomstenbelasting van een voetballer en de gezagsverhouding met de KNVB
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van een voetballer, belanghebbende, tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam over de hem opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 1988. De belastingaanslag was oorspronkelijk vastgesteld op basis van een belastbaar inkomen van f a,--, met een aftrek elders belast van f 668,--. Na bezwaar van de belanghebbende werd de aanslag door de Inspecteur verlaagd, maar belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de aanslag verder verlaagde naar een belastbaar inkomen van f a,-- met een aftrek van f 4.742,--. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.
Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. In cassatie werd vastgesteld dat belanghebbende in 1988 in Nederland woonde en als voetballer werkzaam was bij een voetbalvereniging. Hij nam deel aan een oefenprogramma en het Europees Kampioenschap Voetbal in Duitsland, waarvoor hij een beloning ontving van de KNVB, die deels in een fonds werd gestort. Het Hof oordeelde dat er sprake was van een gezagsverhouding tussen de KNVB en de spelers, waardoor de inkomsten van belanghebbende als inkomsten uit niet-zelfstandige arbeid moesten worden aangemerkt volgens de Overeenkomst tussen Nederland en Duitsland.
De Hoge Raad oordeelde dat de middelen van belanghebbende falen. De oordelen van het Hof waren niet onjuist en de motivering was toereikend. De Hoge Raad concludeerde dat er voldoende grond was voor het oordeel van het Hof dat er een gezagsverhouding bestond tussen de KNVB en de spelers, wat leidde tot de conclusie dat de inkomsten als niet-zelfstandige arbeid moesten worden gekwalificeerd. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verwierp het beroep.