ECLI:NL:HR:1998:AA2417
Hoge Raad
- Cassatie
- Zuurmond
- Fleers
- Beukenhorst
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en verhuiskostenvergoeding
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 18 februari 1997, betreffende de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1993. De Belastingdienst had een aanslag opgelegd, die na bezwaar door de Inspecteur was verminderd tot een belastbaar inkomen van fl. 65.743,--. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde.
In cassatie herhaalt belanghebbende haar betoog dat de Belastingdienst goedkeurt dat aan werknemers een onbelaste verhuiskostenvergoeding kan worden uitbetaald, ongeacht de werkelijk gemaakte kosten, tot een maximum van fl. 12.000,--. Dit zou volgens belanghebbende in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel, omdat de regeling voor verhuiskosten in de loonbelasting en de inkomstenbelasting symmetrisch zou moeten zijn.
De Hoge Raad beoordeelt het middel en concludeert dat het Hof niet gemotiveerd heeft beslist over het betoog van belanghebbende. Echter, de Hoge Raad oordeelt dat de veronderstelling van belanghebbende dat de Belastingdienst een afwijkend beleid voert, geen steun vindt in de Handleiding voor loonbelasting en premieheffing 1993. De Hoge Raad wijst erop dat de Handleiding expliciet stelt dat vergoedingen moeten strekken tot het bestrijden van kosten die de werknemer maakt voor het verwerven van loon.
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verwerpt het beroep. Dit arrest is op 4 februari 1998 vastgesteld door de raadsheer Zuurmond als voorzitter, en de raadsheren Fleers en Beukenhorst, in tegenwoordigheid van waarnemend griffier Barendse, en op die datum in het openbaar uitgesproken.