ECLI:NL:HR:1998:AA2408
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Fleers
- P. Pos
- A. Beukenhorst
- J. Monné
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën inzake aftrekbaarheid van kosten voor een studiereis in het kader van een auteurscontract
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, die betrekking heeft op de aan X te Z opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1993. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, die was opgelegd naar een belastbaar inkomen van fl. 89.066,--. Na het bezwaar heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, maar het Hof heeft deze uitspraak vernietigd en de aanslag verlaagd tot fl. 85.300,--. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.
De Staatssecretaris van Financiën heeft vervolgens cassatie ingesteld. In het cassatiegeding is vastgesteld dat de belanghebbende, in het kader van een auteurscontract met een uitgever, een reis heeft gemaakt naar R en S. Deze reis was bedoeld om praktische informatie te verzamelen en foto's te maken voor een reishandboek. De belanghebbende heeft de kosten van deze reis in aftrek gebracht op zijn inkomsten, maar de Inspecteur heeft deze kosten niet geaccepteerd.
Het Hof heeft geoordeeld dat, hoewel de reis als een studiereis kan worden bestempeld, de kosten niet onder de aftrekbeperking van artikel 36, lid 1, aanhef en letter j, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 vallen. Het Hof heeft daarbij van belang geacht dat de reis niet vrijblijvend was, gezien de overeenkomst tussen de belanghebbende en de uitgever. Het Hof concludeerde dat de reis essentieel was voor het schrijven van het reishandboek en dat de kosten derhalve aftrekbaar waren.
De Hoge Raad heeft het beroep van de Staatssecretaris van Financiën verworpen en geoordeeld dat het Hof terecht heeft beslist dat de kosten van de reis aftrekbaar zijn. De Staatssecretaris wordt veroordeeld in de proceskosten van het geding in cassatie, vastgesteld op f. 1.420,-- voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Tevens wordt er een recht geheven van f. 315,-- van de Staatssecretaris in verband met het beroep in cassatie.