ECLI:NL:HR:1998:AA2398
Hoge Raad
- Cassatie
- A. de Moor
- J. Meij
- C. van Vliet
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen naheffingsaanslag omzetbelasting door X B.V.
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 19 december 1996. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak van 1 januari 1995 tot en met 31 december 1995, waarbij een bedrag van f 150.586,-- was opgelegd zonder verhoging. Na het indienen van bezwaar tegen deze aanslag, heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd. X B.V. heeft hiertegen beroep ingesteld bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur heeft bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.
X B.V. heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën heeft in een vertoogschrift het cassatieberoep bestreden. De Hoge Raad heeft het middel van cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat het middel niet kan leiden tot cassatie. Dit is gebaseerd op artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, waarbij geen nadere motivering nodig is, omdat het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Wat betreft de proceskosten heeft de Hoge Raad geoordeeld dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is op 28 januari 1998 vastgesteld door de raadsheer De Moor als voorzitter, samen met de raadsheren Meij en Van Vliet, en is in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier Van Hooff.