ECLI:NL:HR:1998:AA2387
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- A. Bellaart
- C. de Moor
- M. van Brunschot
- J. Meij
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep van X B.V. tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem inzake vennootschapsbelasting 1991
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 23 januari 1997. De zaak betreft de aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1991, waarbij aan belanghebbende een aanslag is opgelegd naar een belastbaar bedrag van f. 18.495.862. Na bezwaar heeft de Inspecteur de aanslag ambtshalve verminderd tot f. 18.309.598. X B.V. is in beroep gegaan tegen de uitspraak van de Inspecteur, maar het Hof heeft de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de ambtshalve verminderde aanslag gehandhaafd.
X B.V. heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof en daarbij verschillende klachten aangevoerd. De Staatssecretaris van Financiën heeft in een vertoogschrift het cassatieberoep bestreden. De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Wat betreft de proceskosten oordeelt de Hoge Raad dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van X B.V. Dit arrest is op 28 januari 1998 vastgesteld door de vice-president R.J.J. Jansen als voorzitter, en de raadsheren Bellaart, De Moor, Van Brunschot en Meij, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff, en op die datum in het openbaar uitgesproken.