ECLI:NL:HR:1998:AA2387

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 januari 1998
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
33099
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • R.J.J. Jansen
  • A. Bellaart
  • C. de Moor
  • M. van Brunschot
  • J. Meij
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep van X B.V. tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem inzake vennootschapsbelasting 1991

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 23 januari 1997. De zaak betreft de aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1991, waarbij aan belanghebbende een aanslag is opgelegd naar een belastbaar bedrag van f. 18.495.862. Na bezwaar heeft de Inspecteur de aanslag ambtshalve verminderd tot f. 18.309.598. X B.V. is in beroep gegaan tegen de uitspraak van de Inspecteur, maar het Hof heeft de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de ambtshalve verminderde aanslag gehandhaafd.

X B.V. heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof en daarbij verschillende klachten aangevoerd. De Staatssecretaris van Financiën heeft in een vertoogschrift het cassatieberoep bestreden. De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Wat betreft de proceskosten oordeelt de Hoge Raad dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van X B.V. Dit arrest is op 28 januari 1998 vastgesteld door de vice-president R.J.J. Jansen als voorzitter, en de raadsheren Bellaart, De Moor, Van Brunschot en Meij, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff, en op die datum in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

gewezen op het beroep in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 23 januari 1997 betreffende de haar voor het jaar 1991 opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof Aan belanghebbende is voor het jaar 1991 een aanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd naar een belastbaar bedrag van f. 18.495.862,--, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd. De Inspecteur heeft op 16 september 1996 de aanslag ambtshalve verminderd tot een aanslag naar een belastbaar bedrag van f. 18.309.598,--. Belanghebbende is tegen de uitspraak van de Inspecteur in beroep gekomen bij het Hof, dat deze uitspraak heeft vernietigd en de aanslag zoals deze hangende het geding door de Inspecteur ambtshalve was verminderd, heeft gehandhaafd.
2. Geding in cassatie Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd. De Staatssecretaris van Financiën heeft bij vertoogschrift cassatieberoep bestreden.
3. Beoordeling van de klachten. De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
5. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep. Dit arrest is op 28 januari 1998 vastgesteld door de vice-president R.J.J. Jansen als voorzitter, en de raadsheren Bellaart, De Moor, Van Brunschot en Meij, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff, en op die datum in het openbaar uitgesproken.