ECLI:NL:HR:1998:AA2364
Hoge Raad
- Cassatie
- Fleers
- Pos
- Beukenhorst
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag parkeerbelasting en recht op gehoord worden in verzet
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 16 september 1997. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting van de gemeente Leiden, opgelegd op 4 december 1995, ter hoogte van f 64,--. Deze aanslag bestond uit f 2,50 aan enkelvoudige belasting en f 61,50 aan kosten. Na bezwaar van belanghebbende heeft het Hoofd Dienst Parkeerbeheer de aanslag gehandhaafd, maar later ambtshalve vernietigd. De Voorzitter van de Eerste Meervoudige Belastingkamer heeft op 19 november 1996 de uitspraak van het Hoofd vernietigd en gelast dat het Hoofd het griffierecht van f 40,-- aan belanghebbende vergoedt. Het Hof heeft het verzet van belanghebbende tegen deze beschikking ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld. In de beoordeling van de klachten stelt de Hoge Raad vast dat de gemachtigde van belanghebbende in het verzetschrift heeft aangevoerd dat belanghebbende zich onvoldoende heeft kunnen verweren in de beroepsprocedure. Dit werd ondersteund door een brief waarin belanghebbende aangaf vragen aan de rechter te willen voorleggen. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof belanghebbende niet in de gelegenheid heeft gesteld om gehoord te worden, wat in strijd is met artikel 18b van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Hierdoor kan de uitspraak van het Hof niet in stand blijven.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens wordt gelast dat het Hoofd het griffierecht van f 90,-- aan belanghebbende vergoedt. Dit arrest is op 22 juli 1998 vastgesteld door de raadsheren Fleers, Pos en Beukenhorst, en in het openbaar uitgesproken.