ECLI:NL:HR:1998:AA2315
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Zuurmond
- P. Pos
- A. Beukenhorst
- M. Monné
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen uitspraak Gerechtshof inzake aanslag inkomstenbelasting 1992
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, die betrekking heeft op een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1992. De belanghebbende had een aanslag ontvangen op basis van een belastbaar inkomen van f 96.819,--. Na bezwaar werd deze aanslag verlaagd door de Inspecteur tot f 94.642,--. De belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de aanslag verder verlaagde tot f 93.952,--. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.
De Staatssecretaris van Financiën heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak. In cassatie werd de vraag behandeld of het griffierecht van f 690,--, dat de belanghebbende had betaald in een procedure aangespannen door de bank, als kosten van geldleningen kan worden aangemerkt volgens artikel 45, lid 1, letter f, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964. Het Hof had geoordeeld dat deze kosten in direct verband stonden met de afwikkeling van de geldlening, maar de Hoge Raad oordeelde dat dit niet het geval was. De Hoge Raad stelde vast dat de proceskosten niet rechtstreeks verbonden zijn aan het aflossen van de lening, maar voortkomen uit de omstandigheid dat de belastingplichtige de schuld niet tijdig aflost.
De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof, met uitzondering van de beslissing omtrent het griffierecht, en bevestigde de uitspraak van de Inspecteur. Tevens werd bepaald dat het bedrag van f 150,--, dat was gestort voor de vervanging van de mondelinge uitspraak bij het Hof, aan de Staatssecretaris van Financiën moet worden terugbetaald. Dit arrest is op 7 oktober 1998 vastgesteld door de vice-president Stoffer en de raadsheren Zuurmond, Pos, Beukenhorst en Monné, en in het openbaar uitgesproken.