Uitspraak
[woonplaats].
aSv slechts worden gelegd krachtens schriftelijke, op vordering van de officier van justitie door de rechter-commissaris verleende machtiging. De rechter-commissaris dient daarbij de rechtmatigheid en de opportuniteit van het door de officier van justitie beoogde beslag te beoordelen. Het vereiste dat de machtiging schriftelijk wordt verleend, strekt ertoe zeker te stellen dat die rechterlijke toetsing voorafgaand aan het beslag heeft plaatsgevonden. Gelet daarop kan in beginsel niet worden aanvaard dat zodanige machtiging eerst in een later stadium op schrift wordt gesteld. Een beklag tegen een inbeslagneming als bedoeld in art. 94
aSv op grond dat deze is geschied zonder dat een schriftelijke machtiging is verleend, is dan ook om die reden gegrond, tenzij in het concrete geval de belangen van de betrokkene door dat verzuim redelijkerwijze niet kunnen zijn geschaad.
11 februari 1997.