ECLI:NL:HR:1997:AA3322
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Urlings
- F. Fleers
- M. Pos
- A. Beukenhorst
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag in de zuiveringsheffing van de Provincie Utrecht
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die betrekking heeft op een aanslag in de zuiveringsheffing van de Provincie Utrecht voor het jaar 1987. De aanslag, ter hoogte van f. 12.692,27, was opgelegd vanwege de lozing van afvalstoffen. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafden Gedeputeerde Staten van de Provincie Utrecht de aanslag, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van Gedeputeerde Staten, wat leidde tot het cassatieberoep.
In het cassatiegeding heeft belanghebbende zijn standpunt toegelicht, terwijl Gedeputeerde Staten hun verweer hebben ingediend, vertegenwoordigd door mr. R.L.H. IJzerman, advocaat te 's-Gravenhage. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de relevante wetgeving, in dit geval artikel 17 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren. De Hoge Raad oordeelt dat de aanslag inderdaad betrekking heeft op een heffing in de zin van het eerste lid van dit artikel en niet op een bijdrage in de zin van het tweede lid. Dit oordeel is gebaseerd op de vaststelling dat belanghebbende afvalwater loost op een rioolwaterzuiveringsinstallatie die door de Provincie wordt beheerd.
De Hoge Raad concludeert dat het middel van belanghebbende faalt, en ziet geen aanleiding om Gedeputeerde Staten te veroordelen in de proceskosten. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de uitspraak van het Hof. Dit arrest is op 19 november 1997 vastgesteld door de vice-president Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Urlings, Fleers, Pos en Beukenhorst, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Barendse, en op die datum in het openbaar uitgesproken.