ECLI:NL:HR:1997:AA3282
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Urlings
- F. Fleers
- M. Pos
- A. Beukenhorst
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag loonbelasting en gelijkheidsbeginsel
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag in de loonbelasting. De naheffingsaanslag, opgelegd over het tijdvak van 1 januari 1986 tot en met 31 december 1989, bedroeg in totaal ƒ 467.645,-- aan enkelvoudige belasting en ƒ 334.987,-- aan verhoging. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafde de Inspecteur de aanslag, maar verleende geen kwijtschelding van de verhoging. X B.V. ging in beroep bij het Hof, dat de aanslag verlaagde tot ƒ 121.576,-- zonder verhoging.
X B.V. stelde beroep in cassatie in tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën diende een verhoor in. De zaak werd toegelicht door mr. G. Werger, advocaat te 's-Gravenhage. De Hoge Raad beoordeelde de ingediende middelen. De middelen I tot en met V en VII werden verworpen, omdat zij niet tot cassatie konden leiden. Dit was in overeenstemming met artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, aangezien de middelen geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling aan de orde stelden.
Middel VI werd ook verworpen, omdat het feit dat andere busondernemingen in dezelfde periode een bar exploiteerden, niet betekende dat de Inspecteur in strijd met het gelijkheidsbeginsel handelde door loonbelasting na te heffen over de barinkomsten van X B.V. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet zonder meer voorbij had mogen gaan aan het bewijsaanbod van belanghebbende, maar dit leidde niet tot cassatie. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van X B.V.