ECLI:NL:HR:1997:AA3272
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Urlings
- M. Zuurmond
- C. Fleers
- H. Pos
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en kosten levensonderhoud van een zoon in psychiatrische behandeling
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende, X, tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 7 juni 1996. De zaak betreft de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1993, waarbij belanghebbende een belastbaar inkomen van ƒ 95.024,-- had. Na bezwaar tegen de aanslag, handhaafde de Inspecteur deze, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde.
Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld. In de procedure is naar voren gekomen dat de zoon van belanghebbende, geboren in 1966, in 1992 zijn academische opleiding had onderbroken voor een opname in een psychiatrisch ziekenhuis, waar hij ook in 1993 behandeld werd. Gedurende de weekenden verbleef hij in zijn studentenhuis. De kosten van de ziekenhuisopname vielen onder de Algemene wet bijzondere ziektekosten. In 1993 ontving de zoon een (aangepaste) uitkering op grond van de Algemene bijstandswet, waarover loonheffing was ingehouden.
Belanghebbende stelde dat de kosten voor deelname aan zeilwedstrijden, die zijn zoon voor zijn levensonderhoud nodig had, ook onder de aftrekbare kosten vielen. Het Hof oordeelde echter dat de door belanghebbende gemaakte kosten niet waren uitgegeven voor het levensonderhoud van zijn zoon, maar voor de verbetering van zijn eigen zeilboot. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat de kosten niet voor het levensonderhoud van de zoon waren. De uitspraak van het Hof werd vernietigd en de zaak werd verwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.
De Hoge Raad bepaalde ook dat het griffierecht van ƒ 150,-- aan belanghebbende moest worden terugbetaald, en dat de Staatssecretaris van Financiën dit bedrag aan belanghebbende moest vergoeden. De uitspraak is gedaan op 24 september 1997 door de vice-president Stoffer en de raadsheren Urlings, Zuurmond, Fleers en Pos, in aanwezigheid van de waarnemend griffier Barendse.