ECLI:NL:HR:1997:AA3192
Hoge Raad
- Cassatie
- Z. Zuurmond
- F. Fleers
- A. Beukenhorst
- Rechtspraak.nl
Cassatie over fiscale behandeling van kinderopvangkosten en de toepassing van de Resolutie
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die op 13 september 1995 een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1990 bevestigde. De aanslag was oorspronkelijk opgelegd door de Inspecteur, maar na bezwaar was deze verminderd tot een belastbaar inkomen van ƒ 66.172,--. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde. Hierop volgde het cassatieberoep.
De Hoge Raad beoordeelt de klachten van belanghebbende, die stelt dat hij en zijn echtgenote in 1990 gebruik hebben gemaakt van kinderopvang gedurende 3 dagen per week, met uitzondering van de schoolvakanties. De relevante Resolutie van 31 oktober 1991 biedt een regeling voor de fiscale behandeling van door werknemers bekostigde kinderopvang. De Hoge Raad stelt vast dat de kosten van kinderopvang aftrekbaar zijn, mits deze de eigen bijdrage overschrijden. De Resolutie bevat een tabel voor het bepalen van het niet-aftrekbare gedeelte van de kosten, waarbij de bruto-arbeidsinkomsten van belanghebbende en zijn echtgenote als uitgangspunt dienen.
Het Hof had geoordeeld dat belanghebbende niet kon vertrouwen op de regeling in de Resolutie, omdat er in zijn geval geen sprake was van kinderopvang die slechts gedurende een periode van het jaar had plaatsgevonden. Belanghebbende herhaalde in cassatie zijn betoog, maar de Hoge Raad oordeelt dat dit betoog geen steun vindt in de tekst van de Resolutie. De tijdsevenredige berekening is niet van toepassing, aangezien de kinderopvang gedurende het gehele jaar heeft plaatsgevonden, zij het niet op alle werkdagen.
De Hoge Raad concludeert dat de klachten van belanghebbende niet tot cassatie kunnen leiden. De klacht over het gelijkheidsbeginsel wordt wel gegrond verklaard, maar leidt niet tot cassatie. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van belanghebbende.