ECLI:NL:HR:1997:AA3178
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- Bellaart
- De Moor
- Van der Putt-Lauwers
- Van Vliet
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen naheffingsaanslag omzetbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, betreffende een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak van 1 juni 1987 tot en met 31 december 1987. De naheffingsaanslag, opgelegd door de Inspecteur, bedroeg f 23.211,-- en werd na bezwaar gehandhaafd. Belanghebbende ging in beroep bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, maar de uitspraak van dit hof werd door de Hoge Raad op 12 april 1995 vernietigd, met verwijzing naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.
Het Hof te Amsterdam heeft de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de naheffingsaanslag verminderd tot f 9.339,--. Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende opnieuw beroep in cassatie ingesteld. De Staatssecretaris van Financiën heeft het cassatieberoep bestreden in een vertoogschrift. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld, maar deze kunnen niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Wat betreft de proceskosten oordeelt de Hoge Raad dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van belanghebbende. Dit arrest is op 3 december 1997 vastgesteld door vice-president R.J.J. Jansen en de overige rechters, en is in het openbaar uitgesproken op die datum.