ECLI:NL:HR:1997:AA2233

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 september 1997
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
32697
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • R.J.J. Jansen
  • Bellaart
  • Van Brunschot
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep van vennootschap X B.V. tegen uitspraak Gerechtshof Leeuwarden inzake vennootschapsbelasting

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, gedateerd 13 september 1996, betreffende een beschikking inzake de vennootschapsbelasting. De Hoge Raad heeft op 10 september 1997 uitspraak gedaan in deze zaak, onder ECLI:NL:HR:1997:AA2233.

De zaak begon met een beschikking van de Inspecteur van 31 oktober 1994, waarin het bedrag van het te verrekenen verlies over het jaar 1991 voor belanghebbende werd vastgesteld op ƒ 98.965. Tegen deze beschikking heeft belanghebbende bezwaar gemaakt, maar de Inspecteur handhaafde zijn beslissing. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Gerechtshof, dat de uitspraak van de Inspecteur heeft bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan het arrest van de Hoge Raad gehecht.

In cassatie heeft belanghebbende de uitspraak van het Hof bestreden. De Staatssecretaris van Financiën heeft in een vertoogschrift het cassatieberoep bestreden. De Hoge Raad heeft de middelen van cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is gebaseerd op artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft ook de proceskosten beoordeeld en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en dit arrest is vastgesteld door vice-president R.J.J. Jansen, samen met de raadsheren Bellaart en Van Brunschot, en is op 10 september 1997 in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

gewezen op het beroep in cassatie van de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 13 september 1996 betreffende na te melden beschikking inzake de vennootschapsbelasting.
1. Beschikking, bezwaar en geding voor het Hof Bij beschikking van 31 oktober 1994 heeft de In specteur het bedrag van het over het jaar 1991 te verrekenen verlies van belanghebbende vastgesteld op ƒ 98.965,--. Deze beschikking is op het daartegen gemaakte bezwaar bij uitspraak van de Inspecteur gehandhaafd. Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof, dat deze uitspraak heeft bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Staatssecretaris van Financiën heeft bij vertoogschrift het cassatieberoep bestreden.
3. Beoordeling van de middelen van cassatie De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in arti kel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
5. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is op 10 september 1997 vastgesteld door de vice-president R.J.J. Jansen als voorzitter, en de raadsheren Bellaart en Van Brunschot, in tegen woordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff, en op die datum in het openbaar uitgesproken.