ECLI:NL:HR:1997:AA2231
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Urlings
- M. Pos
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof over aanslag afvalstoffenheffing gemeente Zuidhorn
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, die op 6 september 1996 werd gedaan. De zaak betreft een aanslag in de afvalstoffenheffing van de gemeente Zuidhorn, die aan de belanghebbende was opgelegd voor het eerste kwartaal van 1995. De aanslag bedroeg ƒ 99,-- en werd na bezwaar door de Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zuidhorn gehandhaafd. Hierop heeft de belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof, dat de uitspraak van de Burgemeester en Wethouders heeft bevestigd.
In cassatie heeft de belanghebbende enkele klachten ingediend tegen de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het Hof zich ervan heeft overtuigd dat de voorschriften van artikel 11 van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken met betrekking tot de oproeping van partijen zijn nageleefd. De belanghebbende was zonder kennisgeving niet ter zitting verschenen, maar de oproeping was op regelmatige wijze op het betrokken adres aangeboden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van de belanghebbende, die berusten op de stelling dat de oproeping niet correct zou zijn uitgevoerd, falen bij gebrek aan feitelijke grondslag.
Wat betreft de proceskosten oordeelt de Hoge Raad dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de belanghebbende. Dit arrest is op 29 augustus 1997 vastgesteld door de vice-president A. Stoffer als voorzitter, en de raadsheren J. Urlings en M. Pos, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff, en op die datum in het openbaar uitgesproken.