ECLI:NL:HR:1997:AA2231

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 augustus 1997
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
32667
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A. Stoffer
  • J. Urlings
  • M. Pos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof over aanslag afvalstoffenheffing gemeente Zuidhorn

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, die op 6 september 1996 werd gedaan. De zaak betreft een aanslag in de afvalstoffenheffing van de gemeente Zuidhorn, die aan de belanghebbende was opgelegd voor het eerste kwartaal van 1995. De aanslag bedroeg ƒ 99,-- en werd na bezwaar door de Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zuidhorn gehandhaafd. Hierop heeft de belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof, dat de uitspraak van de Burgemeester en Wethouders heeft bevestigd.

In cassatie heeft de belanghebbende enkele klachten ingediend tegen de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het Hof zich ervan heeft overtuigd dat de voorschriften van artikel 11 van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken met betrekking tot de oproeping van partijen zijn nageleefd. De belanghebbende was zonder kennisgeving niet ter zitting verschenen, maar de oproeping was op regelmatige wijze op het betrokken adres aangeboden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van de belanghebbende, die berusten op de stelling dat de oproeping niet correct zou zijn uitgevoerd, falen bij gebrek aan feitelijke grondslag.

Wat betreft de proceskosten oordeelt de Hoge Raad dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de belanghebbende. Dit arrest is op 29 augustus 1997 vastgesteld door de vice-president A. Stoffer als voorzitter, en de raadsheren J. Urlings en M. Pos, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff, en op die datum in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 6 september 1996 betreffende na te melden hem opgelegde aanslag in de afvalstoffenheffing van de gemeente Zuidhorn.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof Aan belanghebbende is over het eerste kwartaal van 1995 een aanslag in de afvalstoffenheffing van de gemeente Zuidhorn opgelegd ten bedrage van ƒ 99,--, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zuidhorn is gehandhaafd. Belanghebbende is van de uitspraak van Burgemeester en Wethouders in beroep gekomen bij het Hof. Het Hof heeft die uitspraak bevestigd.
2. Geding in cassatie Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij enige klachten aangevoerd.
3. Beoordeling van de klachten Uit de uitspraak van het Hof blijkt dat het Hof, nu de belanghebbende zonder kennisgeving niet ter zitting was verschenen, zich ervan heeft overtuigd dat de voorschriften van artikel 11 Wet administratieve rechtspraak belastingzaken betreffende de oproeping van partijen zijn nageleefd en dat de brief, inhoudende de oproeping, op regelmatige wijze op het betrokken adres is aangeboden. De klachten die berusten op de stelling dat dat laatste niet zou zijn gebeurd falen derhalve bij gebrek aan feitelijke grondslag.
4. Proceskosten De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
5. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is op 29 augustus 1997 vastgesteld door de vice-president Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Urlings en Pos, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff, en op die datum in het openbaar uitgesproken.