ECLI:NL:HR:1997:AA2230
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- A. Bellaart
- C. de Moor
- J. van Brunschot
- M. Meij
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën inzake naheffingsaanslag belasting personenauto's en motorrijwielen
In deze zaak gaat het om het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen. De naheffingsaanslag was opgelegd aan een belastingplichtige op 12 juli 1994. De uitspraak van het Hof werd op 16 juli 1996 aan de partijen verzonden, waarna het beroepschrift in cassatie op 26 augustus 1996 bij de Hoge Raad werd ingediend. De Hoge Raad moest beoordelen of het beroep tijdig was ingediend, waarbij de relevante termijnen uit de Algemene wet bestuursrecht in acht moesten worden genomen.
De Hoge Raad concludeert dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend, omdat de termijn van zes weken, zoals voorgeschreven in artikel 6:7 jo. artikel 6:9 van de Algemene wet bestuursrecht, op 27 augustus 1996 eindigde. De Hoge Raad oordeelt dat de Staatssecretaris van Financiën niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn beroep, omdat het beroepschrift niet binnen de gestelde termijn bij het Hof was ingekomen. Dit betekent dat de Hoge Raad de uitspraak van het Gerechtshof bevestigt en de Staatssecretaris in zijn beroep niet-ontvankelijk verklaart.
Daarnaast heeft de Hoge Raad ook een beslissing genomen over de proceskosten. De Hoge Raad oordeelt dat de Staatssecretaris van Financiën het bedrag dat hij had gestort voor de vervanging van de mondelinge uitspraak bij het Hof terugbetaald krijgt. Tevens wordt de Staatssecretaris veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van de belanghebbende, die zijn vastgesteld op ƒ 2.130,-- voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is op 10 september 1997 uitgesproken door de vice-president en de raadsheren in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier.