ECLI:NL:HR:1997:AA2217
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Urlings
- M. Zuurmond
- A. Pos
- C. Fleers
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag in het recht van successie en waardering van onroerende zaken
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X (de Erven A) tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, die betrekking heeft op een aanslag in het recht van successie. De aanslag, die een totaalbedrag van ƒ 34.882,18 omvat, is opgelegd ter zake van verkrijgingen uit de nalatenschap van A, die op 12 december 1989 is overleden. Na bezwaar tegen de aanslag heeft de Inspecteur deze gehandhaafd, waarna belanghebbenden in beroep zijn gegaan bij het Hof. Het Hof heeft de uitspraak van de Inspecteur bevestigd, wat heeft geleid tot het cassatieberoep.
In het cassatiegeding hebben de belanghebbenden verschillende middelen aangevoerd. De Staatssecretaris van Financiën heeft hierop een vertoogschrift ingediend. Het Hof heeft de stelling van belanghebbenden dat zij recht hebben op een aftrek van de contante waarde van de nettoruilverkavelingsschuld verworpen. Het Hof oordeelde dat de waarde in het economische verkeer van de onroerende zaken niet verlaagd dient te worden door de ruilverkavelingsrenten, en dat de Inspecteur de vastgestelde waarde voldoende aannemelijk heeft gemaakt. Dit oordeel is in cassatie niet met vrucht bestreden, aangezien het Hof op basis van de bewijsmiddelen heeft geoordeeld.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de middelen van de belanghebbenden falen en dat er geen termen zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad is op 15 juli 1997 vastgesteld en in het openbaar uitgesproken. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissingen van het Hof en verwerpt het beroep in cassatie.