ECLI:NL:HR:1997:AA2201
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Urlings
- M. Zuurmond
- F. Fleers
- W. Beukenhorst
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 1993
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 19 april 1996, betreffende de hem opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1993. De aanslag was opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 83.672,--. Na bezwaar tegen deze aanslag, heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, waarop belanghebbende cassatie heeft ingesteld.
De Hoge Raad beoordeelt de middelen die door belanghebbende zijn ingediend. Het Hof had geoordeeld dat de uitkering van de Stichting aan belanghebbende in verband staat met zijn dienstbetrekking bij A B.V. en dat deze uitkering moet worden gerekend tot de inkomsten uit arbeid. Belanghebbende stelde dat de bevoordeling op andere gronden berustte, maar het Hof achtte deze stelling niet aannemelijk. De Hoge Raad oordeelt dat het oordeel van het Hof niet blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting over het begrip loon uit dienstbetrekking, zoals vastgelegd in de Wet op de inkomstenbelasting 1964.
Daarnaast faalt het tweede middel van belanghebbende, dat zich richtte tegen het oordeel van het Hof dat er geen termen waren voor een veroordeling in de proceskosten. De Hoge Raad concludeert dat het Hof in zijn uitspraak geen aanleiding heeft gevonden om de Inspecteur in de proceskosten te veroordelen, wat geen nadere motivering behoefde. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van belanghebbende, en oordeelt dat er geen termen zijn voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.