ECLI:NL:HR:1997:AA2179
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Urlings
- M. Zuurmond
- F. Fleers
- A. Pos
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting en de vraag naar onroerend goed door bestemming
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die op 7 december 1995 werd gedaan. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting die aan X B.V. te Z was opgelegd, ter hoogte van ƒ 57.000,--. Na bezwaar van de belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, maar het Hof heeft deze aanslag vervolgens verminderd tot ƒ 18.000,--. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.
De Staatssecretaris van Financiën heeft cassatie ingesteld tegen deze uitspraak. In cassatie staat de vraag centraal of de legbatterijen, transportbanden en eierpakinstallatie, die zich in de bedrijfsgebouwen van de belanghebbende bevinden, als onroerend goed door bestemming kunnen worden aangemerkt volgens artikel 563 BW (oud). Het Hof heeft geoordeeld dat de inventaris niet aan de bedrijfsgebouwen is verbonden op een manier die vereist is voor onroerend goed. Dit oordeel is gebaseerd op de overwegingen dat de inventaris niet specifiek is ontworpen voor de gebouwen en dat er andere aanwendingsmogelijkheden voor de gebouwen bestaan.
De Hoge Raad heeft het oordeel van het Hof bevestigd en geoordeeld dat er geen sprake is van een onjuiste rechtsopvatting. Het oordeel van het Hof dat er geen bijzondere band bestaat tussen de bedrijfsgebouwen en de inventaris, is in cassatie niet verder te onderzoeken. De Hoge Raad heeft het beroep van de Staatssecretaris van Financiën verworpen en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Tevens is er een recht geheven van ƒ 300,-- voor het beroep in cassatie.