ECLI:NL:HR:1997:AA2153
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- Van der Linde
- Bellaart
- De Moor
- Van Brunschot
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen weigering Inspecteur om uitspraak te doen op bezwaar vennootschapsbelasting
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 23 februari 1996. De zaak betreft een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1981, waarbij een belastbaar bedrag van ƒ 5.677.840,-- was vastgesteld. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar dit bezwaar werd ingetrokken. Later heeft belanghebbende de intrekking herroepen en de Inspecteur verzocht om alsnog uitspraak te doen op het bezwaar. De Inspecteur weigerde echter schriftelijk om hierop in te gaan, wat leidde tot een beroep bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarop belanghebbende in cassatie ging.
De Hoge Raad beoordeelt in deze uitspraak of het beroep tegen de weigering van de Inspecteur om uitspraak te doen op het ingetrokken bezwaar ontvankelijk was. De Hoge Raad oordeelt dat de Inspecteur terecht heeft geweigerd om alsnog uitspraak te doen op het ingetrokken bezwaar. Het Hof heeft, ongeacht de overwegingen die aan zijn beslissing ten grondslag lagen, terecht het beroep ongegrond verklaard. De middelen van cassatie kunnen derhalve niet leiden tot een andere uitkomst.
Daarnaast oordeelt de Hoge Raad dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtszaak belastingzaken. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt daarmee de uitspraak van het Hof.
Dit arrest is op 11 juni 1997 vastgesteld door de vice-president R.J.J. Jansen als voorzitter, en de raadsheren Van der Linde, Bellaart, De Moor en Van Brunschot, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff, en op die datum in het openbaar uitgesproken.