Uitspraak
Eerste Kamer
Rek.nr. 8782 (R95/155HR)
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
DRUKKERIJ "[A]",
wonende te Amsterdam,
[verweerder] heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
[verweerder] huurt sedert 3 april 1982 van [verzoeker] de bedrijfsruimte gelegen aan de [a-straat 1] te Amsterdam. De huurprijs bedroeg laatstelijk ƒ 800, -- per maand. De bedrijfsruimte is bestemd om te worden gebruikt als drukkerij in de ruimste zin des woords. [verweerder] voert in de bedrijfsruimte een drukkersbedrijf onder de naam: "Drukkerij [A]".
[verzoeker] heeft op 16 augustus 1994 de huurovereenkomst opgezegd tegen 31 oktober 1994 . Daarbij is ontruiming aangezegd tegen 1 november 1994.
Het inleidend verzoekschrift strekte ertoe op de voet van art. 28
dHuurwet te bepalen dat de termijn voor ontruiming van de bedrijfsruimte zal worden verlengd tot een jaar, derhalve tot 1 november 1995. [verweerder] heeft primair verzocht hem in dat verzoek niet ontvankelijk te verklaren. Daartoe heeft hij gesteld dat de door hem gehuurde ruimte moet worden beschouwd als bedrijfsruimte in de zin van art. 7A:1624, BW zodat de Huurwet ingevolge art. 1 lid 1, aanhef en onder c, van deze wet niet van toepassing is.
dHuurwet gegronde verzoek.
4 oktober 1996.