ECLI:NL:HR:1996:AA3222

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 augustus 1996
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
31115
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • R.J.J. Jansen
  • Van der Linde
  • Bellaart
  • Van der Putt-Lauwers
  • Van Brunschot
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep van B.V. X tegen aanslag vennootschapsbelasting 1988

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid B.V. X, gevestigd in Spanje, tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 14 februari 1995. De zaak betreft de aan B.V. X opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1988. De belastinginspecteur had eerder voor het jaar 1987 een aanslag opgelegd van ƒ 80.000,--, met een verhoging van ƒ 1.000,-- wegens niet tijdige aangifte. Na bezwaar tegen deze aanslag, werd deze door de Inspecteur gehandhaafd. B.V. X ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde en de verhoging handhaafde.

B.V. X heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld, waarbij zij enkele klachten heeft aangevoerd. De Staatssecretaris van Financiën heeft in een vertoogschrift het cassatieberoep bestreden. De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft ook de proceskosten in deze zaak beoordeeld en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 30 augustus 1996 het beroep van B.V. X verworpen. Dit arrest is vastgesteld door vice-president R.J.J. Jansen en de overige raadsheren, en is in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

gewezen op het beroep in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid B.V. X te Z (Spanje) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 14 februari 1995 betreffende de aan haar voor het jaar 1988 opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof Aan belanghebbende is voor het jaar 1987 een aanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd naar een belastbaar bedrag van ƒ 80.000,--, met een verhoging wegens niet tijdige aangifte, groot ƒ 1.000,--, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd. Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof, dat deze uitspraak heeft bevestigd en de verhoging heeft gehandhaafd.
2. Geding in cassatie Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij enige klachten aangevoerd. De Staatssecretaris van Financiën heeft bij vertoogschrift het cassatieberoep bestreden. Belanghebbende heeft de zaak doen toelichten door mr P.J. Trijzelaar, advocaat te 's-Gravenhage.
3. Beoordeling van de klachten De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken
5. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is op 30 augustus 1996 vastgesteld door de vice-president R.J.J. Jansen als voorzitter en de raadsheren Van der Linde, Bellaart, Van der Putt-Lauwers en Van Brunschot, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff, en op die datum in het openbaar uitgesproken.