ECLI:NL:HR:1996:AA3222
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- Van der Linde
- Bellaart
- Van der Putt-Lauwers
- Van Brunschot
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep van B.V. X tegen aanslag vennootschapsbelasting 1988
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid B.V. X, gevestigd in Spanje, tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 14 februari 1995. De zaak betreft de aan B.V. X opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1988. De belastinginspecteur had eerder voor het jaar 1987 een aanslag opgelegd van ƒ 80.000,--, met een verhoging van ƒ 1.000,-- wegens niet tijdige aangifte. Na bezwaar tegen deze aanslag, werd deze door de Inspecteur gehandhaafd. B.V. X ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde en de verhoging handhaafde.
B.V. X heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld, waarbij zij enkele klachten heeft aangevoerd. De Staatssecretaris van Financiën heeft in een vertoogschrift het cassatieberoep bestreden. De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten in deze zaak beoordeeld en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 30 augustus 1996 het beroep van B.V. X verworpen. Dit arrest is vastgesteld door vice-president R.J.J. Jansen en de overige raadsheren, en is in het openbaar uitgesproken.