ECLI:NL:HR:1996:AA2040
Hoge Raad
- Cassatie
- A. van der Linde
- J. de Moor
- M. van der Putt-Lauwers
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag omzetbelasting en verhuur van fietsen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 22 november 1995, betreffende een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak van 1 januari 1989 tot en met 31 december 1992. De naheffingsaanslag bedraagt ƒ 3.052,-- en is opgelegd zonder verhoging. Na bezwaar tegen deze aanslag heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep is gegaan bij het Hof. Het Hof heeft de uitspraak van de Inspecteur bevestigd, wat heeft geleid tot het cassatieberoep van belanghebbende.
In het cassatiegeding heeft belanghebbende een klacht ingediend tegen de oordelen van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën heeft in een vertoogschrift het cassatieberoep bestreden. Het Hof heeft geoordeeld dat het gelegenheid geven tot kamperen en het verstrekken van logies, zoals bedoeld in de Wet op de omzetbelasting 1968, niet de verhuur van fietsen omvat. Dit oordeel is gebaseerd op de interpretatie van de relevante posten in de wet, waarbij het Hof ook heeft aangegeven dat de verhuur van fietsen niet gelijkgesteld kan worden aan de verhuur van linnengoed en andere voorzieningen die op de verblijfsaccommodatie zelf betrekking hebben.
De Hoge Raad heeft de klacht van belanghebbende beoordeeld en geconcludeerd dat de oordelen van het Hof juist zijn. De Hoge Raad verwerpt het beroep en acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Dit arrest is op 9 oktober 1996 vastgesteld en openbaar uitgesproken door de raadsheren Van der Linde, De Moor en Van der Putt-Lauwers, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff.