ECLI:NL:HR:1996:AA1995
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Zuurmond
- C.H.M. Jansen
- Fleers
- Pos
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslag inkomstenbelasting en bijtelling privégebruik auto
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 19 mei 1995, betreffende de navorderingsaanslag inkomstenbelasting voor het jaar 1988. Aan de belanghebbende was aanvankelijk een aanslag opgelegd op basis van een belastbaar inkomen van ƒ 46.245. Later werd een navorderingsaanslag opgelegd, waarbij het belastbaar inkomen werd verhoogd naar ƒ 61.025, met een verhoging van 100 procent van de nagevorderde belasting. Deze verhoging werd door de Inspecteur gedeeltelijk kwijtgescholden tot 50 procent. De belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de navorderingsaanslag handhaafde en het besluit tot gedeeltelijke kwijtschelding bevestigde.
De belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. In het cassatieberoep werd onder andere aangevoerd dat de bijtelling voor het privégebruik van een auto, die door de werkgever ter beschikking was gesteld aan een echtpaar, niet correct was beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat, wanneer een werkgever een auto ter beschikking stelt voor gezamenlijk gebruik door echtgenoten, het privégebruik gezamenlijk moet worden beoordeeld en dat de bijtelling voor elke echtgenoot voor de helft moet worden toegerekend. Dit oordeel van het Hof wordt door de Hoge Raad als juist beschouwd.
De Hoge Raad verwerpt het beroep en oordeelt dat de klachten van de belanghebbende niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Tevens zijn er geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is op 9 augustus 1996 gedaan door de vice-president Stoffer, samen met de raadsheren Zuurmond, Jansen, Fleers en Pos, en is in het openbaar uitgesproken.