ECLI:NL:HR:1996:AA1980
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- Bellaart
- De Moor
- Van der Putt
- Van Brunschot
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen aanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 1988
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de naamloze vennootschap X N.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die betrekking heeft op de aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1988. De aanslag was opgelegd naar een belastbaar bedrag van ƒ 299.550,--, waarbij rekening was gehouden met investeringsbijdragen en desinvesteringsbetalingen. Na bezwaar tegen de aanslag, heeft de Inspecteur deze gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof heeft de aanslag verminderd tot een belastbaar bedrag van ƒ 288.552,--, maar heeft de overige elementen van de aanslag gehandhaafd. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.
Belanghebbende heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën heeft zich in het vertoogschrift gerefereerd aan het oordeel van de Hoge Raad over de ontvankelijkheid van het cassatieberoep, maar heeft het beroep verder bestreden. De Plaatsvervangend Procureur-Generaal Van Soest heeft geconcludeerd tot ontvankelijkheid van het beroep in cassatie.
De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. Dit behoeft geen nadere motivering, aangezien het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ook geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is vastgesteld op 8 juli 1996 door de vice-president R.J.J. Jansen als voorzitter, en de raadsheren Bellaart, De Moor, Van der Putt en Van Brunschot, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff, en is op die datum in het openbaar uitgesproken.