ECLI:NL:HR:1996:AA1958
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- Van der Linde
- Bellaart
- De Moor
- Van der Putt-Lauwers
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de uitnodiging tot betaling van omzetbelasting en bijzondere verbruiksbelasting van personenauto's
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 16 februari 1995. De zaak betreft een uitnodiging tot betaling van omzetbelasting en bijzondere verbruiksbelasting van personenauto's, die door de Inspecteur op 13 oktober 1993 aan belanghebbende is verzonden. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze uitnodiging, maar dit bezwaar werd door de Inspecteur afgewezen. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur heeft bevestigd.
In cassatie heeft belanghebbende de uitspraak van het Hof bestreden. De Staatssecretaris van Financiën heeft in een vertoogschrift het cassatieberoep bestreden. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat belanghebbende op 4 maart 1992 een personenauto als verhuisgoed met een voorwaardelijke vrijstelling ten invoer heeft aangegeven. Deze auto is op 7 of 8 mei 1992 gestolen. In juli 1992 heeft belanghebbende de auto aan haar verzekeraar overgedragen en een schadevergoeding ontvangen. De verzekeraar heeft de auto later aan een derde verkocht.
Het Hof heeft geoordeeld dat de eigendomsoverdracht aan de verzekeraar moet worden aangemerkt als een overdracht onder bezwarende titel, zoals bedoeld in de EEG-verordening 918/83. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de beslissing van het Hof juist is, ongeacht de gronden waarop deze is gebaseerd. De middelen van cassatie kunnen derhalve niet leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten en heeft het beroep in cassatie verworpen. Dit arrest is op 8 juli 1996 vastgesteld door de vice-president R.J.J. Jansen en andere raadsheren, en in het openbaar uitgesproken.