ECLI:NL:HR:1996:AA1943

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 april 1996
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
31146
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A. van der Linde
  • J. de Moor
  • P. van Brunschot
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie van Stichting X tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake naheffingsaanslag omzetbelasting

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van Stichting X tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag in de omzetbelasting. De naheffingsaanslag, opgelegd over het tijdvak van 1 januari 1987 tot en met 31 december 1990, bedroeg oorspronkelijk ƒ 54.741,--. Na bezwaar van de belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslag ambtshalve verminderd tot ƒ 54.565,--. Het Gerechtshof heeft de belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep voor zover dit gericht was tegen de beschikking inzake de heffingsrente, maar heeft de naheffingsaanslag gehandhaafd zoals deze ambtshalve was verminderd.

Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof, waarbij zij enkele klachten heeft aangevoerd. De Staatssecretaris van Financiën heeft in een vertoogschrift het cassatieberoep bestreden. De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Wat betreft de proceskosten oordeelt de Hoge Raad dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van Stichting X, en dit arrest is op 3 april 1996 vastgesteld door de raadsheer Van der Linde als voorzitter, samen met de raadsheren De Moor en Van Brunschot, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff, en op die datum in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

gewezen op het beroep in cassatie van Stichting X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 22 februari 1995 betreffende na te melden naheffingsaanslag in de omzetbelasting.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 1987 tot en met 31 december 1990 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd ten bedrage van ƒ 54.741,--, zonder verhoging, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd. De Inspecteur heeft op 17 juni 1993 de naheffingsaanslag ambtshalve verminderd tot ƒ 54.565,--. Belanghebbende is tegen de uitspraak van de Inspecteur in beroep gekomen bij het Hof, dat belanghebbende niet-ontvankelijk heeft verklaard in haar beroep voor zover dit is gericht tegen de beschikking inzake de heffingsrente, de uitspraak heeft vernietigd, en de naheffingsaanslag heeft gehandhaafd zoals deze ambtshalve is verminderd.
2. Geding in cassatie Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij enige klachten aangevoerd. De Staatssecretaris van Financiën heeft bij vertoogschrift het cassatieberoep bestreden.
3. Beoordeling van de klachten De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
5. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is op 3 april 1996 vastgesteld door de raadsheer Van der Linde als voorzitter en de raadsheren De Moor en Van Brunschot, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff, en op die datum in het openbaar uitgesproken.