ECLI:NL:HR:1996:AA1928
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Zuurmond
- H. Herrmann
- C.H.M. Jansen
- F. Fleers
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de aanslag inkomstenbelasting en de noodzakelijkheid van uitgaven voor levensonderhoud
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 14 oktober 1994, betreffende de hem opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 1989. De Inspecteur had een aanslag opgelegd op basis van een belastbaar inkomen van ƒ 63.485,--. Belanghebbende was niet ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar tegen deze aanslag, maar het Hof vernietigde deze uitspraak en verklaarde belanghebbende ontvankelijk in zijn bezwaar, terwijl de aanslag werd gehandhaafd.
Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld. In zijn beroepschrift stelde hij dat de aan zijn ouders overgemaakte bedragen van in totaal ƒ 9.900,-- moesten worden aangemerkt als uitgaven voor levensonderhoud, zoals bedoeld in artikel 46, lid 1, letter a, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964. De Inspecteur betwistte dit door te stellen dat de uitgaven niet noodzakelijk waren voor het voeren van een redelijk bestaan door de ouders van belanghebbende.
De Hoge Raad oordeelde dat het geschil zich beperkte tot de vraag of de overgemaakte bedragen noodzakelijk waren voor het levensonderhoud van de ouders. Het Hof had echter de zaak in het nadeel van belanghebbende beslist, omdat het van mening was dat de vermogensoverheveling die had plaatsgevonden door de verkoop van een huis door belanghebbende aan zijn ouders, de conclusie rechtvaardigde dat er geen sprake was van op de belanghebbende drukkende lasten. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof buiten de rechtsstrijd van partijen was getreden en vernietigde de uitspraak van het Hof, met uitzondering van de beslissing omtrent het griffierecht.
De Hoge Raad verwees de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling en beslissingen, en gelastte dat de Staatssecretaris van Financiën het griffierecht van belanghebbende vergoedt. De kosten van het geding in cassatie werden gereserveerd tot de einduitspraak.