ECLI:NL:HR:1996:AA1814
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- W. Wildeboer
- J. Urlings
- H. Herrmann
- F. Fleers
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij tegen uitspraak Gerechtshof Leeuwarden inzake naheffingsaanslag Meststoffenwet
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 18 februari 1994. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de overschotheffing op grond van de Meststoffenwet, opgelegd aan de belanghebbenden X en Y voor het tijdvak 1987. De naheffingsaanslag bedroeg ƒ 123,50 en werd door de Inspecteur van het Bureau Heffingen gehandhaafd na bezwaar van de belanghebbenden. Het Gerechtshof heeft de uitspraak van de Inspecteur en de naheffingsaanslag vernietigd, waarop de Minister cassatie heeft ingesteld.
In cassatie is vastgesteld dat de belanghebbenden 23 hectaren landbouwgrond bezitten en pluimvee houden. De geproduceerde mest betreft droge pluimveemest, die volgens de Regeling differentiatie overschotheffing II geheel wordt gebruikt op de eigen landbouwgrond. De centrale vraag in deze procedure was of de belanghebbenden recht hebben op het gereduceerde tarief van ƒ 0,15 per kilogram fosfaat, zoals bedoeld in de Regeling.
Het Hof oordeelde dat onder "afgevoerde droge pluimveemest" ook de mest die op de eigen grond wordt aangewend moet worden begrepen. Dit oordeel werd in cassatie bestreden. De Hoge Raad oordeelde dat de Regeling niet toestaat dat "afgevoerde droge pluimveemest" anders wordt geïnterpreteerd dan mest die van het bedrijf naar elders is vervoerd. Aangezien de mest op de eigen grond wordt gebruikt, is er geen sprake van afvoer.
De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en bevestigde de uitspraak van de Inspecteur. Tevens werd bepaald dat het door de Inspecteur gestorte bedrag van ƒ 150,-- wordt terugbetaald. De uitspraak is gedaan op 24 april 1996 door de vice-president Stoffer en de raadsheren Wildeboer, Urlings, Herrmann en Fleers, in aanwezigheid van de waarnemend griffier Boorsma.