ECLI:NL:HR:1996:AA1796
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- Bellaart
- De Moor
- Van der Putt-Lauwers
- Van Brunschot
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbende X te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, die op 31 mei 1995 werd gedaan. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting voor het motorrijtuig met kenteken AA-11-AA, die is opgelegd voor het tijdvak van 16 juli 1992 tot en met 30 juni 1993. De naheffingsaanslag bedroeg ƒ 1.097,-- aan enkelvoudige belasting en ƒ 548,-- aan verhoging. Na bezwaar tegen deze aanslag heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd en geen verdere kwijtschelding van de verhoging verleend. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur heeft bevestigd.
Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld en daarbij verschillende klachten ingediend. De Staatssecretaris van Financiën heeft in een vertoogschrift het cassatieberoep bestreden. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld. Een van de klachten betrof de schriftelijke uitspraak van het Hof zonder dat belanghebbende daarbij aanwezig was. De Hoge Raad oordeelde dat deze klacht niet tot cassatie kon leiden, omdat er geen rechtsmiddel openstaat tegen de beslissing om al dan niet mondeling uitspraak te doen. Daarnaast werd vastgesteld dat het voor een belastingplichtige niet is toegestaan om tijdens de openbare uitspraak het woord te voeren, wat ook een klacht van belanghebbende was.
De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten en heeft het beroep van belanghebbende verworpen. Dit arrest is op 18 december 1996 vastgesteld door de vice-president R.J.J. Jansen als voorzitter en de raadsheren Bellaart, De Moor, Van der Putt-Lauwers en Van Brunschot, en is in het openbaar uitgesproken.