ECLI:NL:HR:1996:AA1772
Hoge Raad
- Cassatie
- A. van der Putt-Lauwers
- J. van Brunschot
- C. Meij
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen naheffingsaanslag omzetbelasting en kostenvergoeding
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 27 juni 1995, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag in de omzetbelasting. De naheffingsaanslag, opgelegd over het tijdvak van 1 januari 1992 tot en met 30 september 1992, bedroeg in totaal ƒ 357.858,--, bestaande uit ƒ 178.929,-- aan enkelvoudige belasting en ƒ 178.929,-- aan verhoging. Na bezwaar tegen deze aanslag heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, zonder kwijtschelding van de verhoging te verlenen. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur heeft vernietigd en de Inspecteur heeft veroordeeld tot betaling van ƒ 300,-- in de kosten van het geding, met de Staat der Nederlanden als vergoedingsplichtige.
Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën heeft het cassatieberoep bestreden. Tijdens de behandeling van de zaak heeft belanghebbende zich niet laten bijstaan door een advocaat, maar wel rechtskundige bijstand ontvangen van een fiscaal jurist. Het Hof heeft, op basis van artikel 2, lid 3 van het Besluit proceskosten fiscale procedures, een kostenvergoeding van ƒ 300,-- toegekend aan belanghebbende.
De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende over de kostenvergoeding beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten falen, omdat het Hof correct heeft gehandeld door de vergoeding in goede justitie te schatten en het Besluit niet voorschrijft dat een puntentarief moet worden toegepast. Ook de klacht over een toezegging van een hogere kostenvergoeding faalt, omdat er geen bewijs is dat een dergelijke toezegging is gedaan.
Ten slotte heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. De Hoge Raad heeft het beroep van belanghebbende verworpen.