ECLI:NL:HR:1996:AA1765
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Urlings
- A. Zuurmond
- C. Fleers
- M. Pos
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen uitspraak Gerechtshof inzake naheffingsaanslag loonbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 14 september 1995. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de loonbelasting die is opgelegd aan een lichaam dat naar het recht van Liechtenstein is opgericht. De naheffingsaanslag betreft het tijdvak van 1 januari 1986 tot en met 31 december 1988 en bedraagt ƒ 5.912.582,-- aan enkelvoudige belasting. Na bezwaar tegen deze aanslag heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep is gegaan bij het Hof. Het Hof heeft de aanslag verminderd tot ƒ 3.450.488,-- aan enkelvoudige belasting, maar deze uitspraak is door de Staatssecretaris van Financiën bestreden in cassatie.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat de belasting in de naheffingsaanslag gebruteerd was. Dit oordeel werd als onbegrijpelijk bestreden in cassatie. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet voldoende had onderzocht of de verklaring van belanghebbende dat zij niet had besloten af te zien van verhaal op haar werknemers, juist was. Dit gebrek in de uitspraak van het Hof leidde tot de conclusie dat het middel gegrond was. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling.
De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Dit arrest is op 11 december 1996 vastgesteld door de vice-president Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Urlings, Zuurmond, Fleers en Pos, en is in het openbaar uitgesproken.