ECLI:NL:HR:1996:AA1735
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- F. Fleers
- J. Pos
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aftrekbaarheid internaatskosten in inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 30 mei 1995, betreffende de hem opgelegde aanslag inkomstenbelastingpremie volksverzekeringen voor het jaar 1990. De Inspecteur had een aanslag opgelegd op basis van een belastbaar inkomen van ƒ 220.973,--, welke aanslag na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde.
In cassatie stelde belanghebbende dat de kosten voor het verblijf van zijn dochter A in een schoolinternaat, dat op medisch advies was geplaatst, als buitengewone lasten in aftrek moesten worden gebracht. De dochter verbleef in het internaat zonder medische behandeling en de kosten waren gelijk aan die van andere ouders. Tijdens een boekenonderzoek in 1991 had de controlerend ambtenaar geen opmerkingen gemaakt over deze kosten, wat bij belanghebbende de indruk wekte dat deze kosten ook voor 1990 in aftrek zouden worden aanvaard.
Het Hof verwierp het standpunt van belanghebbende, oordelend dat hij niet de indruk kon hebben gekregen dat de Inspecteur een bewuste standpuntbepaling had gedaan over de aftrekbaarheid van de kosten. De Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het Hof niet blijk gaf van een onjuiste rechtsopvatting en dat het feitelijke oordeel niet onbegrijpelijk was. Het cassatiemiddel faalde derhalve.
De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verwierp het beroep. Dit arrest is op 25 september 1996 vastgesteld door de vice-president Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Fleers en Pos, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Boorsma, en op die datum in het openbaar uitgesproken.