ECLI:NL:HR:1996:AA1731
Hoge Raad
- Cassatie
- Zuurmond
- C.H.M. Jansen
- Fleers
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof inzake aanslag inkomstenbelastingpremie volksverzekeringen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 9 juni 1995. De zaak betreft een aanslag inkomstenbelastingpremie volksverzekeringen voor het jaar 1990, die na bezwaar door de Inspecteur was verminderd tot een belastbaar inkomen van ƒ 62.019,--. Belanghebbende ging in beroep tegen deze uitspraak, maar het Hof bevestigde de beslissing van de Inspecteur.
Na de uitspraak van het Hof heeft belanghebbende cassatie ingesteld en daarbij een klacht ingediend. De Staatssecretaris van Financiën diende een vertoogschrift in. Belanghebbende heeft zijn beroepschrift in cassatie na de wettelijke termijn aangevuld met een brief, maar deze aanvulling werd niet in behandeling genomen omdat de wet dit niet toestaat.
Tijdens de procedure bij het Hof was er een brief van belanghebbende ontvangen na de mondelinge behandeling, waarop het Hof geen acht heeft geslagen omdat deze buiten de procesorde was ingediend. In cassatie betoogde belanghebbende dat het Hof ten onrechte geen aandacht heeft besteed aan deze brief, omdat hij om zwaarwegende redenen niet aanwezig kon zijn bij de mondelinge behandeling. De Hoge Raad oordeelde echter dat de omstandigheden die belanghebbende aanvoerde, zoals slechte gezondheid en verkeersproblemen, voor zijn eigen risico kwamen. Het Hof had derhalve terecht besloten om de brief niet tot de processtukken te rekenen.
De Hoge Raad concludeert dat er geen termen zijn voor een veroordeling in de proceskosten en verwerpt het beroep. Dit arrest is op 25 september 1996 vastgesteld door de raadsheer Zuurmond als voorzitter, en de raadsheren C.H.M. Jansen en Fleers, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Boorsma, en op die datum in het openbaar uitgesproken.