ECLI:NL:HR:1996:AA1725
Hoge Raad
- Cassatie
- A. van der Linde
- J. de Moor
- M. van der Putt-Lauwers
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen naheffingsaanslag omzetbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 17 augustus 1995. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak van 1 januari 1989 tot en met 31 december 1990, waarbij een bedrag van ƒ 5.806,-- is opgelegd zonder verhoging. Na bezwaar tegen deze aanslag heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof heeft de uitspraak van de Inspecteur bevestigd, wat leidde tot het cassatieberoep.
In het cassatiegeding heeft de Staatssecretaris van Financiën het beroep bestreden met een vertoogschrift. De Hoge Raad heeft het middel van cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat het middel niet kan leiden tot cassatie. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten in deze zaak beoordeeld en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en dit arrest is op 25 september 1996 vastgesteld en in het openbaar uitgesproken.