ECLI:NL:HR:1996:AA1720
Hoge Raad
- Cassatie
- A. van der Linde
- M. van der Putt-Lauwers
- J. van Brunschot
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem inzake naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbende, aangeduid als X, tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 15 september 1995. Deze uitspraak betrof het verzet van belanghebbende tegen een beschikking van de Voorzitter van de Eerste Meervoudige Belastingkamer van dat Hof, die belanghebbende niet-ontvankelijk had verklaard in zijn beroep tegen een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting. De naheffingsaanslag was opgelegd door de Inspecteur, die ook uitspraak had gedaan op het bezwaar van belanghebbende. Het Hof had het verzet van belanghebbende ongegrond verklaard, omdat het beroepschrift niet binnen de wettelijke termijn was ingediend.
De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld. De uitspraak op bezwaar van de Inspecteur was gedateerd op 23 september 1994, en het beroepschrift was op 8 november 1994 ingediend, wat buiten de termijn van zes weken viel. Het Hof had echter niet voldoende rekening gehouden met de door belanghebbende aangevoerde ziekte, die tegen het einde van de beroepstermijn was opgetreden. De Hoge Raad oordeelde dat deze ziekte mogelijk een reden kon zijn om het beroepschrift alsnog ontvankelijk te achten, en dat de bewijslast hiervoor bij belanghebbende lag.
De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens werd bepaald dat de Staatssecretaris van Financiën het griffierecht van ƒ 75,-- aan belanghebbende moest vergoeden. De uitspraak van de Hoge Raad is op 30 oktober 1996 gedaan door de raadsheer Van der Linde als voorzitter, samen met de raadsheren Van der Putt-Lauwers en Van Brunschot, en in aanwezigheid van de waarnemend griffier Van Hooff.