ECLI:NL:HR:1995:AA3138

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 november 1995
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
30847
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A. Urlings
  • C.H.M. Jansen
  • Fleers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie van de gemeente Zandvoort inzake woonforensenbelasting voor het jaar 1990

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zandvoort tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 8 november 1994. De zaak betreft de aan een belanghebbende opgelegde aanslag in de woonforensenbelasting voor het jaar 1990, die was opgelegd omdat de belanghebbende gedurende meer dan negentig dagen van dat jaar een gemeubileerde woning ter beschikking had, zonder hoofdverblijf in de gemeente Zandvoort. Na bezwaar tegen de aanslag, handhaafde de gemeente de aanslag, waarna de belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof vernietigde de aanslag en de uitspraak van de gemeente, wat leidde tot het cassatieberoep door de gemeente.

De Hoge Raad beoordeelt in deze zaak of het Hof terecht heeft geoordeeld dat de belanghebbende rechtens beschermd vertrouwen had dat zij niet in de woonforensenbelasting zou worden betrokken voor het jaar 1990. De Hoge Raad concludeert dat het Hof, uitgaande van de vastgestelde feiten, zonder schending van enige rechtsregel heeft kunnen beslissen dat dit vertrouwen gerechtvaardigd was. Het cassatiemiddel faalt dan ook.

Wat betreft de proceskosten oordeelt de Hoge Raad dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. De Hoge Raad verwerpt het beroep van de gemeente Zandvoort, en het arrest is op 1 november 1995 vastgesteld door de raadsheer Urlings als voorzitter, en de raadsheren Jansen en Fleers, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Loen. Van de gemeente wordt ter zake van dit beroep een recht geheven van ƒ 300,--.

Uitspraak

gewezen op het beroep in cassatie van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zandvoort tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 8 november 1994 betreffende de aan X te Z (Frankrijk) voor het jaar 1990 opgelegde aanslag in de woonforensenbelasting van de gemeente Zandvoort.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof Aan belanghebbende is voor het jaar 1990 ter zake van het zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, gedurende meer dan negentig dagen van dat jaar voor zich of haar gezin beschikbaar houden van een gemeubileerde woning, een aanslag in de woonforensenbelasting van de gemeente Zandvoort opgelegd, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zandvoort is gehandhaafd. Belanghebbende is van die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof. Het Hof heeft die uitspraak, alsmede de aanslag vernietigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zandvoort hebben tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3. Beoordeling van het middel Het Hof heeft, uitgaande van de in zijn uitspraak vastgestelde feiten, zonder schending van enige rechtsregel kunnen beslissen dat bij belanghebbende het rechtens bescherming verdienende vertrouwen is gewekt dat zij ook voor het jaar 1990 niet in de woonforensenbelasting zou worden betrokken. Het middel faalt derhalve.
4. Proceskosten De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
5. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is op 1 november 1995 vastgesteld door de raadsheer Urlings als voorzitter, en de raadsheren C.H.M. Jansen en Fleers, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Loen, en op die datum in het openbaar uitgesproken.
Van de gemeente wordt ter zake van dit beroep een recht geheven van ƒ 300,--.